
de steunpilaar zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'stømpilar ] Afbreekpatroon: steun·pi·laar Verbuigingen: steunpilaren (meerv.)
iemand die of iets dat veel ondersteuning biedt Voorbeelden: 'Mijn moeder is een belangrijke steunpilaar voor mijn zieke vader.' , 'De olie-inkomsten zijn een steunpilaar voor het bewind.' Synoniemen: pijler steu...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/steunpilaar

1) Ante 2) Instandhouder 3) Steun 4) Steunbeer 5) Deel van een gebouw 6) Persoon op wie een zaak rust 7) Telamon 8) Steunbalk 9) Toeverlaat 10) Grondzuil 11) Schoorzuil 12) Hoekstuk 13) Pijler 14) Hoeksteen 15) Persoon waarop alles rust 16) Persoon op wie men kan bouwen 17) Pilaster 18) Persoon op wie een zaak bij uitnemendheid steunt
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Steunpilaar/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.