
Spreekwoorden: (1914)
Een strop van een jongen,d.w.z. een rakker(d), een guit, een deugniet, een boef, schertsend en in verzachte beteekenis gebruikt, ook een galgestrop genaamd; eig. iemand die den strop verdiend heeft, een hangbast1). Vgl. Tuerlinckx, 602: strop, guit; stropachtig, stropperij, guitenstreek; het Haspeng...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een strop van een jongen,d.w.z. een rakker(d), een guit, een deugniet, een boef, schertsend en in verzachte beteekenis gebruikt, ook een galgestrop genaamd; eig. iemand die den strop verdiend heeft, een hangbast1). Vgl. Tuerlinckx, 602: strop, guit; stropachtig, stropperij, guitenstreek; het Haspeng...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.