cijfer, getal - Voorbeeld: ‘Zijn ogen snuisterden wellustig rond in die bakskes, en zij lazen met nieuwsgierigheid de fijngeschrevene talmerken, die 't iedereen bekend mieken hoeveel elk pijpke gelden moest’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php