
de tbs'er zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tebe'ɛsər ] Verbuigingen: tbs'ers (meerv.)
iemand die tbs heeft Voorbeelden: 'als tbs'er al jaren in een tbs-kliniek verblijven' , 'een tbs'er met proefverlof' ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/tbs'er
Geen exacte overeenkomst gevonden.