het tennis zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈtɛnəs ] Afbreekpatroon: ten·nis sport waarbij je met een racket een bal over een laag net, in het vak van je tegenspeler moet slaan sport 
1) Binnensport 2) Racketspel 3) Tak van sport 4) Sport 5) Racketsport 6) Balspel 7) Wedstrijdsport 8) Slagbalspel 9) Veldsport 10) Olympische sport 11) Balsport 12) Balspel met racket 
slagbalspel
balspel met racket (toon de herkomst via de etymologiebank)
•balsport
Spel waarin twee spelers of paren spelers met strak bespannen rackets een bal met een bepaalde grootte, gewicht en stuitvermogen op een rechthoekig veld over een net slaan. Een speler of team krijgt punten wanneer de tegenstander de bal niet binnen de lijnen van het veld weet terug te slaan. (AAT)
slagbalspel
Tennis is een balsport voor twee (enkelspel) of vier (dubbelspel) spelers, waarbij een kleine, meestal gele, bal met een racket over een net en binnen de speelhelft van de tegenstander(s) wordt geslagen, met als doel de bal een keer vaker goed te slaan dan de tegenstander. [basiswoordenlijst groep 4]