de theocratie zelfst.naamw. (v.) Verbuigingen: theocratieën Verbuigingen: theocratietje 1) staatsvorm die gebaseerd is op goddelijke (Grieks: θεος) macht (Grieks: κρατος) 2) en omdat het bovenstaande onpraktisch is dus heerschappij (dictatuur) van priesters, als z.g. rechtstreekse dienaren van God 
1) Godsregering 2) Heerschappij van priesters 3) Regering door priesters 4) Staatsvorm 5) Staatsvorm met een godheid als gezagdrager 6) Priesterheerschappij 7) Kerkelijke regeringsvorm 8) Godheerschappij 9) Godsdienstheerschappij 10) Regering van God 11) Godsheerschappij 
[overige begrippen godsdiensten] (Grieks: godsregering) Staatsvorm waarbij de overheid – al dan niet onder toezicht van een religieuze gezagsinstantie – de wet van God erkent als beslissend voor de inrichting van de samenleving.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] eigenlijk Godsregeering; regeering door priesters of ambtenaren, die het bewind voeren in naam van het Opperwezen als Wiens plaatsvervangers zij worden beschouwd.
staat met godheid als gezagsdrager
Let op: Spelling van 1858 woordelijk, eeneonmiddellijke godsregering, zoo als bij de Israëliten in het Oude Testament; werkelijk echter, meestal de priesterheerschappij
regering door een kerk
land waarin de geestelijke de hoogste macht hebben
staat met godheid als gezagsdrager (toon de herkomst via de etymologiebank)
(Gr. = Godheerschappij) Bij theocratie gaat het om een vorm van heerschappij, waarin de staat door de kerk en haar priesters gestuurd word.
•staatsvorm die gebaseerd is op goddelijke (Grieks: θεος) macht (Grieks: κÏατος). (+audio)
staat met godheid als gezagsdrager
Een regeringsvorm waarbij God of een god zelf of via een priesterlijke orde regeert. Ook: regeringsvormen die in belangrijke mate worden beïnvloed door religieuze leiders