
de thuisclub zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'tœysklʏp ] Afbreekpatroon: thuis·club Verbuigingen: thuisclubs (meerv.)
ploeg die een thuiswedstrijd speelt Voorbeeld: 'de supporters van een thuisclub' Antoniem: uitclub 1 definitie...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/thuisclub

club die een wedstrijd op het eigen veld of in de eigen sporthal speelt; club die een thuiswedstrijd speelt; thuisspelende club
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/thuisclub
Geen exacte overeenkomst gevonden.