tijdklok zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: tijd·klok Verbuigingen: tijdklokken (meerv.) Verbuigingen: tijdklokje (verkleinwoord)
een schakelaar die om een bepaald tijdstip automatisch de schakeling omzet Voorbeeld: 'Toen we op vakantie waren gebruikten we een tijdklok om 's avonds te laten lijken alsof we thuis waren.' . 2 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/tijdklok
1) Contoleuurwerk 2) Controle uurwerk 3) Controleuurwerk 4) Tijdschakelaar 5) Uurwerk dat lichten op bepaalde tijd aan- en uitschakelt
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tijdklok/1
1) Ritme 2) Timer
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tijdklok/1
1) klok die een installatie, apparaat of verlichting automatisch op vooraf ingestelde tijdstippen inschakelt of uitschakelt; klok met instelbare tijdstippen
2) klok die aangeeft hoeveel tijd van een bepaalde, vastgestelde duur nog resteert of al verbruikt is; klok met instelbare tijdsduur
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/tijdklok
Geen exacte overeenkomst gevonden.
