het tijdstip zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈtɛitstɪp ] Afbreekpatroon: tijd·stip Verbuigingen: tijdstippen (meerv.) bepaald moment in de tijd (1) Voorbeeld: 'uitstellen tot een later tijdstip' Synoniem: tijd Synoniemen: ogenblik plaats tijd uur Gevonden op https://woorden.org/woord/tijdstip
de precieze plaats waarop iets in de opeenvolging van gebeurtenissen en verschijnselen kan worden gesitueerd door tijdseenheden zoals seconden, minuten, uren, dagen enz.; ogenblik waarop een bepaald gebeuren plaats heeft of zekere toestand zich voordoet; de precieze tijd een tijdstip dat goed uitkomt; een geschikt moment Vaak in een voorzetselbepal... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/tijdstip