
traanloos bijv.naamw. Afbreekpatroon: traan·loos
waarbij huilen uitblijft Voorbeeld: 'Ze leefde even lachloos, maar ook even traanloos verder, zegde trouw bij het te bedde gaan en weer opstaan, en bij de drie maaltijden, haar tevreden en genadevolle gebeden op.' . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/traanloos
Geen exacte overeenkomst gevonden.