
trainen werkw.Uitspraak: [ˈtrenə(n)] Verbuigingen: trainde (verl.tijd enkelv.) Verbuigingen: heeft getraind (volt.deelw.) Toon alle vervoegingen
regelmatig oefenen van een bepaalde sport of vaardigheid Voorbeelden: `iemand trainen voor he...
Gevonden op
http://www.woorden.org/woord/trainen

1) Africhten 2) Bekwamen 3) Coachen 4) Dresseren 5) Entraineren 6) Harden 7) Lichaamsoefening 8) Oefenen 9) Oefenen in een bepaalde vaardigheid 10) Oefenen voor een wedstrijd 11) Ontwikkelen 12) Opleiden 13) Stalen 14) Stelselmatig oefenen
Gevonden op
http://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/TRAINEN/1

Trainen wordt in de Van Dale gedefinieerd met twee betekenissen: `stelselmatig oefenen in een tak van sport` en `oefenen in een bepaalde vaardigheid`. Iemand die vaak hardloopt, zal na een bepaalde tijd steeds beter gaan hardlopen, of iemand die veel sudoku`s oplost zal dit steeds sneller kunnen doen. Het trainen van vaardigheden buiten de sp...
Gevonden op
http://nl.wikipedia.org/wiki/Trainen

oefenen (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/trainen
oefeningen doen met je lichaam vb: ze trainde voor de zwemwedstrijden
oefeningen laten doen om iemand voor te bereiden op een moeilijke taak vb: Artsen zonder Grenzen traint mensen in arme landen om zelf zieken te behandelen
Gevonden op
http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=trainen
Geen exacte overeenkomst gevonden.