oefenen werkw. Uitspraak: [ ˈufənə(n) ] Afbreekpatroon: oe·fe·nen Vervoegingen: oefende (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geoefend (volt.deelw.) leren door herhalen Voorbeeld: 'Goochelen leer je door veel te oefenen.' Synoniemen: bekwamen coachen harden herhalen maken ontwikkelen praktiseren repeteren trainen Gevonden op https://woorden.org/woord/oefenen