1.moeizaam, traag voortgaan Voorbeeld: ‘Zo trakelden zij (= de drie koningen) langs de straat en zongen overal aan de deuren’ 2.voorttrekken Voorbeeld: ‘Een goederentrein had meer bekijks, vooral wanneer hij lange tijd bleef manoeuvreren. Dan zaten we schrijlings op de barreelboom en keken vol belangstelling hoe de wagens van het e... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0022.php