de tronie zelfst.naamw. (v.) Verbuigingen: tronies Verbuigingen: tronietje gezicht Synoniemen: bakkes ponum porum smo smoel smoelwerk snoet snuit 
1) Brutaal gezicht 2) Bakkes 3) Genre in de beeldende kunst 4) Smoel 5) Aangezicht 6) Snuit 7) Snoet 8) Smoelwerk 9) Facie 10) Een lelijk gezicht 11) Lelijk gezicht 12) Onguur gelaat 13) Boevengezicht 14) Asociaal gezicht 15) Boos gezicht 16) Gezicht 17) Gelaat 18) Porem 19) Ponum 20) Ponem 21) Onguur gezicht 
gelaat met een weerzinwekkende uitdrukking of lelijkheid; smoel
gezicht (tegenwoordig minachtend)
[Soldatentaal, 1914] hoofd.
lelijk gezicht (toon de herkomst via de etymologiebank)
[Bargoens, boeventaal] gezicht. Zet een ander tronie.
gezicht, smoel WOORDFEIT: Sinds de vijftiende eeuw komt tronie in het Nederlands voor. Het is ontleend aan het Franse trogne en kwam in allerlei spellingvarianten voor: troenie , trongnie , trognie , tronje , etc. Aanvankelijk had tronie de neutrale betekenis 'gezicht, gelaat'. In de schilder- en beeldhouwkunst duidt het een portret(studie) aan. Te...
gezicht (tegenwoordig minachtend)
gezicht, gelaat.