de trouvère zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: trouvères in het middeleeuws Noord-Frankrijk rondreizend dichter, en zanger van (minne-) liederen Gevonden op https://woorden.org/woord/trouvère
Etym: Fr. trouver < Middelfrans troveor = vinden, dichten. - Twaalfde-eeuwse Noord-Franse benaming voor een scheppend literair kunstenaar, met name van hoofse lyriek, een vertaling van het Zuid-Franse troubadour. De trouvères introduceerden de Zuid-Franse troubadourslyriek en de fin'amors (hoofse liefde) in het noorden van Frankrijk. Bekend... Gevonden op https://dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02030.php
Noord-Franse naam voor troubadour. Noordfranse dichters/componisten die van de provençaalse troubadours de hoofse lyriek en haar vormen overnamen. Bloeitijd van hun kunst: 1150-1300. Bekende trouvère was Adam de la Halle. Gevonden op https://kunstbus.nl/