trouwjurk zelfst.naamw. (de) Afbreekpatroon: trouw·jurk Verbuigingen: trouwjurken (meerv.) Verbuigingen: trouwjurkje (verkleinwoord) de feestelijke jurk die de bruid aanheeft tijdens de bruiloft Voorbeelden: 'Het uitzoeken van een trouwjurk doet de bruid zeker niet met de bruidegom.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee...' . ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/trouwjurk
jurk, traditioneel een lange witte jurk, versierd met borduursel of kant, die de bruid draagt tijdens de bruiloft Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/trouwjurk