
I het Tsjechisch zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'tʃɛxis ] Afbreekpatroon: Tsje·chisch
taal die in Tsjechië en in sommige buurlanden wordt gesproken II Tsjechisch bijv.naamw. Uitspraak: [ 'tʃɛxis ] Afbreekpatroon: Tsje·chisch
als iets of iemand uit Tsjechië komt of met Tsjechië te maken heeft Voorbeeld: 'De Tsjechische munteenh...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/Tsjechisch

1) Taal 2) Slavische taal 3) Europese taal 4) West-slavische taal 5) Uit tsjechië afkomstig
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tsjechisch/1

Verwijst naar de cultuur van het huidige Tsjechië, of in het algemeen naar de culturen op het grondgebied van het huidige Tsjechië in Centraal Europa. De term wordt ook in bredere zin gebruikt om te verwijzen naar de cultuur van het Boheemse volk.
Categorie: Stijlen en Perioden > Europese landstreken.
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10491

Het 'Tsjechisch' (čeština of český jazyk) is een West-Slavische taal met ongeveer 12 miljoen sprekers. Het Tsjechisch is onder de West-Slavische talen het nauwst verwant met het Slowaaks, gevolgd door het Oppersorbisch en het Pools.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tsjechisch

• [taal] een Slavische taal die vooral wordt gesproken in de Tsjechische Republiek.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Tsjechisch
Geen exacte overeenkomst gevonden.