
de Tsjech zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ tʃɛx ] Verbuigingen: Tsjechen (meerv.) de Tsjech - ische zelfst.naamw. Uitspraak: [ tʃɛx - isə ] Verbuigingen: Tsjechischen (meerv.)
iemand met de Tsjechische nationaliteit 3 definities...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/Tsjech

1) Bewoner van tsjecho-slowakije 2) Bewoner van tsjechoslowakije 3) Europeaan 4) Iemand uit tsjechoslowakije 5) Inwoner van Europa 6) Inwoner van tsjechië 7) Oost-europeaan 8) Oost-europeanen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Tsjech/1

iemand met de Tsjechische nationaliteit; iemand die behoort tot het Tsjechische volk; iemand die afkomstig is uit Tsjechië; inwoner van Tsjechië; voor 1993 ook: inwoner van Tsjechië als deel van het voormalige Tsjecho-Slowakije
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/Tsjech

• [demoniem] een inwoner van Tsjechië, of iemand afkomstig uit Tsjechië.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/Tsjech
Geen exacte overeenkomst gevonden.