de tweesprong zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'twesprɔŋ ] Afbreekpatroon: twee·sprong Verbuigingen: tweesprongen (meerv.) plaats waar een weg zich in tweeën splitst Voorbeeld: 'op een tweesprong twijfelen hoe je verder moet lopen' Synoniem: driesprong op een tweesprong staan (moment waarop je een beslissende keuze moet maken) 'Het gebr...
1) Tweeweg 2) Dilemma 3) Splitsing van wegen 4) Splitsing 5) Wegsplitsing 
wegsplitsing
wegsplitsing (toon de herkomst via de etymologiebank)