
uitknijpen werkw. Uitspraak: [ 'œytknɛipə(n) ] Afbreekpatroon: uit·knij·pen Vervoegingen: kneep uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft uitgeknepen (volt.deelw.)
1) knijpend leegmaken Voorbeelden: 'een puistje uitknijpen' , 'een tube tandpasta uitknijpen'
2) zo veel mogelijk voordeel uit iemand halen ten koste ...Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/uitknijpen

1) Wringen 2) Uitzuigen 3) Afpersen 4) Uitpersen 5) Ertussenuit gaan 6) Plunderen 7) Uitdrukken 8) Uitbuiten 9) Doodgaan 10) Sap uit een vrucht drukken 11) Leeghalen 12) Leegknijpen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitknijpen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.