uitspuiten werkw. Afbreekpatroon: uit·spui·ten Verbuigingen: spoot uit Vervoegingen: uitgespoten (volt.deelw.) 1) door met kracht te spuiten iets schoonmaken of deblokkeren Voorbeeld: 'De dokten had net zijn oren uitgespoten.' 2) een vloeistof wijd verspreid lozen Voorbeeld: 'Na elk spoelstadium wordt het spoelwate... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/uitspuiten
met een krachtige waterstraal en bezem, dus meestal niet met een hoge drukspuit, het ruim schoonspoelen. Ondermeer in HET RUIM UITSPUITEN. Gerelateerde termen: uitwassen, dekwaspomp, waswater, lenspomp, uitschuren, hygiënecode binnenvaart enz. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=u#uitspuiten