
uitspuwen werkw. Uitspraak: [ 'œytspywə(n) ] Afbreekpatroon: uit·spu·wen Vervoegingen: spuwde uit (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: uitgespuwd (volt.deelw.)
met kracht uit je mond laten gaan Voorbeeld: 'je kauwgum uitspuwen' Synoniemen: spuien uitspugen ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/uitspuwen

1) Uitspugen 2) Spuien 3) Uitkitsen 4) Spiersen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Uitspuwen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.