de ulevel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'yləvɛl ] Afbreekpatroon: ule·vel Verbuigingen: ulevellen (meerv.) vierkant, karamelkleurig suikersnoepje Voorbeeld: 'Van mijn oma kreeg ik altijd ulevellen en lolly's.' 
1) Oud-Hollands snoep 2) Babbel 3) Babbelaar 4) Versnapering 5) Suikerwerk 6) Zoete lekkernij 7) Suikerbonbon 8) Zuurtje 9) Polkabrok 10) Ouderwets snoepje 11) Stukje suikergoed 12) Oud snoepje 13) Toffee 14) Gebakken karamel 15) Kussentje van snoep 16) Ambachtelijk snoepje 17) Snoepgoed 18) Hopje 19) Karamel 
suikerwerk
suikerwerk
(v) - oud zoethoudertje
suikerwerk (toon de herkomst via de etymologiebank)