veilen werkw. Uitspraak: [ ˈvɛilə(n) ] Afbreekpatroon: vei·len Vervoegingen: veilde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geveild (volt.deelw.) in het openbaar (iets) verkopen aan degene die er het meest voor wil betalen Voorbeeld: 'een huis veilen' 
1) Omkopen 2) In het openbaar te koop aanbieden 3) Te koop bieden 4) Te koop aanbieden 5) In het openbaar verkopen 6) Verkopen 7) Roepen 8) Manier van verkopen 9) Liciteren 10) Verkopen op veiling 11) Openbaar verkopen 12) Verkopen bij opbod 13) Bij opbod verkopen 
openbaar verkopen
openbaar verkopen (toon de herkomst via de etymologiebank)