verdelen werkw. Uitspraak: [ vərˈdelə(n) ] Afbreekpatroon: ver·de·len Vervoegingen: verdeelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verdeeld (volt.deelw.) 1) in stukken delen Voorbeeld: 'de taart in acht punten verdelen' 2) iedereen een deel geven Voorbeelden: 'de lasten verdelen' , 'de geldprijs verdelen ove... Gevonden op https://woorden.org/woord/verdelen