verduidelijken werkw. Uitspraak: [ vərˈdœydələkə(n) ] Afbreekpatroon: ver·dui·de·lij·ken Vervoegingen: verduidelijkte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verduidelijkt (volt.deelw.) begrijpelijk maken Voorbeeld: 'iets met een voorbeeld verduidelijken' Synoniemen: : toelichten, verklaren Synoniemen: accentueren belichten nader ...
1) Accentueren 2) Adstrueren 3) Belichten 4) Helderder maken 5) Naverklaren 6) Ontvouwen 7) Ophelderen 8) Opklaren 9) Preciseren 10) Toelichten 11) Uiteenzetten 12) Uitleggen 13) Verdietsen 14) Verhelderen 15) Verklaren 16) Vertolken 1) Accentueren 2) Belichten 3) Naverklaren 4) Ontvouwen 5) Ophelderen 6) Opklaren 7) Preciseren 8) Toelichten 9) Uiteenzetten 10) Uitleggen 11) Verhelderen 12) Verklaren 
•duidelijker maken