verhogen werkw. Uitspraak: [ vərˈhoxə(n) ] Afbreekpatroon: ver·ho·gen Vervoegingen: verhoogde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verhoogd (volt.deelw.) 1) hoger maken Voorbeeld: 'de stoep verhogen' Antoniem: verlagen Synoniem: ophogen 2) groter of meer maken Voorbeeld: 'de salarissen verhogen met 2%' Antoni...
1) Bevorderen 2) Doen toenemen 3) Eleveren 4) Hoger maken 5) Opaarden 6) Ophogen 7) Ophopen 8) Opslaan 9) Opsteken 10) Opwerken 11) Opzetten 12) Promoveren 13) Verfraaien 14) Vergroten 15) Verheerlijken 16) Verheffen 17) Vermeerderen 1) Bevorderen 2) Eleveren 3) Opaarden 4) Opdrijven 5) Ophogen 6) Ophopen 7) Opslaan 8) Opwerken 9) Promoveren 10) Verfraaien 11) Vergroten 12) Verheerlijken 13) Verheffen 14) Vermeerderen 15) Optoppen 16) Opvoeren 
hoger maken vb: de benzinepompen hebben hun prijzen verhoogd Tegenstelling: verlagen
• [ov] hoger doen worden.
hoger maken