vinden werkw. Uitspraak: [ 'vɪndə(n) ] Afbreekpatroon: vin·den Vervoegingen: vond (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gevonden (volt.deelw.) 1) (een verborgen, verdwenen of onbekend iets of iemand) per toeval of na gezocht te hebben zien Voorbeelden: 'Ik kan mijn sleutels niet vinden.' , 'Waar vind je zo iemand?' , 'Kijk eens... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vinden
een mening hebben vb: ik vind dat een goed plan daar kan ik me wel in vinden [daar ben ik het mee eens] ik vind er niets aan [het is oninteressant] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=vinden
• [ov] iets aantreffen nadat ernaar gezocht is. •iets bedenken. •iets op een bepaalde wijze beschouwen of ervaren. •iets ondervinden, iets ten deel krijgen. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/vinden