de vlam zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ vlɑm ] Verbuigingen: vlammen (meerv.) klein vuurtje of deel van een vuur Voorbeelden: 'Haar ogen weerspiegelden het kaarsvlammetje.' , 'De vlammen sloegen uit het dak.' in vlammen opgaan (door brand verwoest worden) 'Het huis ging in vlammen op.' waakvlam (vlam in een gasinstallatie die aangeeft d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vlam