gevuld, zat gegeten, verzadigd - Voorbeeld: ‘Na het ontzettend maal, legden zij de volgebraste buik in 't gras te koelen, onder de strooien euzing van de schuur en schepten daar een verademing’ (Zomerland II 75) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0024.php