
de voorligger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'vorlɪxər ] Afbreekpatroon: voor·lig·ger Verbuigingen: voorliggers (meerv.)
1) iemand die een voorsprong heeft (in een wedstrijd) Voorbeeld: 'slechts een meter van je voorligger verwijderd zijn' Antoniem: achterligger
2) voertuig dat voor je rijdt Voorbeeld: 'een voo...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/voorligger

1) Vluchter
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Voorligger/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.