de achterligger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɑxtərlɪxər ] Afbreekpatroon: ach·ter·lig·ger Verbuigingen: achterliggers (meerv.) auto die direct achter je rijdt Voorbeeld: 'een hinderlijk klevende achterligger' Antoniem: voorligger Gevonden op https://woorden.org/woord/achterligger