
voorprogrammeren werkw. Afbreekpatroon: voor·pro·gram·me·ren Verbuigingen: programmeerde voor Vervoegingen: voorgeprogrammeerd (volt.deelw.)
1) van tevoren instellen, bv. een wasmachine, videorecorder 2) iemand zodanig instrueren dat hij precies doet of zegt wat van hem verlangd wordt . ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/voorprogrammeren
Geen exacte overeenkomst gevonden.