de vrijbuiter zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vrij·bui·ter Verbuigingen: vrijbuiters (meerv.) Verbuigingen: vrijbuitertje (verkleinwoord) 1) een zeerover die niet zijn buit grotendeels zoals een kaper aan de staat afstond, maar vrijelijk op de markt verkocht Voorbeeld: 'Kapers werden vaak vrijbuiters als hun dat uitkwam, zodat ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vrijbuiter
1) zeerover die vroeger al dan niet met een machtiging van een overheid schepen van vijandige naties enterde en beroofde; kaper; ook: ontdekkingsreiziger; avonturier 2) iemand die een grote vrijheidsdrang heeft en die zijn eigen gang gaat, zonder zich iets van regels of gebruikelijkheden aan te trekken; eigengereid persoon Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/vrijbuiter