de vuiligheid zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'vœyləxhɛit ] Afbreekpatroon: vui·lig·heid Verbuigingen: vuiligheden (meerv.) geheel van vieze, vuile dingen Voorbeelden: 'Voordat ik de wond ontsmet, moet ik eerst alle vuiligheid eruit halen.' , 'vuiligheid onder je schoenen hebben' Synoniemen: : vuil, smerigheid, viezigheid, Synoniemen: ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vuiligheid