de vuurspuwer zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: vuur·spu·wer Verbuigingen: vuurspuwers (meerv.) Verbuigingen: vuurspuwertje (verkleinwoord) artiest die vuur uit zijn mond laat komen, vaak ook iemand die brandende toortsen kan doven in zijn mond Voorbeelden: 'De vuurspuwer geeft een zeer spectaculaire voorstelling met grote vlammen, maar ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/vuurspuwer