wijd bijv.naamw. Uitspraak: [ wɛit ] met meer dat voldoende inhoud of ruimte Voorbeelden: 'een wijde trui' , 'de ramen wijd openzetten' Antoniem: nauw Synoniem: ruim in de wijde omtrek (tot ver in de omgeving) Synoniemen: breed ruim nauw (antoniem) Spreekwoorden en zegswijzen • wijd en zijd zijn (=bij iederee...
1) Uiteen 2) Niet nauw 3) Ver 4) Breed 5) Niet beperkt in breedte 6) Breed uitgestrekt 7) Uitroep van een zweminstructeur 8) Niet beperkt 9) Ver uiteen 10) Niet smal 11) Uitgebreid 12) Slobberig 13) Veel tussenruimte latend 14) Gespreid 15) Uitgestrekt 16) Ruim bij honkbal 17) Honkbalterm 18) Met grote openingen 
met veel ruimte van zijkant naar zijkant vb: de deur staat wijd open
•met een brede lip. •met veel ongevulde ruimte. •met een groot oppervlak. •ver
ruim
ruim
breed, ruim (toon de herkomst via de etymologiebank)