
wilg, wilgetenen, wissen (zie ook: widauw) - Voorbeeld: ‘
In 't voorjaar, als de schors van wilgentakken, waterretse of wijdauw nog mals was en met overkloppen van het hout kon loskomen, wisten wij schuifelingen of fluitjes te maken’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0025.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.