Zie ook:
zalig

zaligen werkw. Afbreekpatroon: za·li·gen Verbuigingen: zaligde Vervoegingen: gezaligd (volt.deelw.)
rechtvaardigen tegenover God Voorbeeld: '...die miljoenen eens zaligen zou.' .
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/zaligen
Geen exacte overeenkomst gevonden.