zeilplank zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'zɛilplɑŋk ] Afbreekpatroon: zeil·plank Verbuigingen: zeilplanken (meerv.) surfplank met een beweegbaar zeil sport Voorbeeld: 'in de wind surfen op een zeilplank' Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zeilplank