
Spreekwoorden: (1914)
Zijn koren groen eten,d.w.z. van de hand in den tand leven en voor den kwaden dag niets opleggen; vooral gezegd van lichtmissen en verkwisters, die hunne inkomsten al van te voren verteren; ook zijne erwtjes in 't groen eten (Harrebomée I, 186 a). De spreekwijze kan ontleend zijn aan de fabel van d...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Zijn koren groen eten,d.w.z. van de hand in den tand leven en voor den kwaden dag niets opleggen; vooral gezegd van lichtmissen en verkwisters, die hunne inkomsten al van te voren verteren; ook zijne erwtjes in 't groen eten (Harrebomée I, 186 a). De spreekwijze kan ontleend zijn aan de fabel van d...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.