zonnebaden werkw. Uitspraak: [ ˈzɔnəbadə(n) ] Afbreekpatroon: zon·ne·ba·den Vervoegingen: zonnebaadde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gezonnebaad (volt.deelw.) (van iemand) voor je plezier in de zon zitten of liggen Voorbeeld: 'zonnebaden op het naaktstrand' Synoniem: zonnen Synoniemen: zonnen 3 definities...
1) Bakken 2) Zonnen 1) Bakken in de zon 2) Bruinbakken 3) Bruinen 4) Heliotherapie 5) In de zon liggen 6) Recreatie 7) Zonnen 
in de zon liggen om bruin te worden vb: wij gaan op het strand zonnebaden Synoniem: zonnen
zonnen; een zonnebad nemen