zuinig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈzœynəx ] Afbreekpatroon: zui·nig 1) als je weinig geld uitgeeft Voorbeeld: 'zuinig leven' Antoniem: kwistig zuinig zijn op (voorzichtig zijn met (iets)) 'We moeten zuinig zijn op onze natuurgebieden.' 2) (van iets) als het weinig van iets verbruikt Voorbeelden: 'een zuinige motor... Gevonden op https://woorden.org/woord/zuinig
met zo weinig mogelijk geld of tijd en zoveel mogelijk resultaat vb: ze komt goed uit met haar salaris, ze is erg zuinig zuinig leven [weinig geld gebruiken] de auto rijdt zuinig [gebruikt weinig brandstof] ik ben er zuinig op [ga er heel voorzichtig mee om] ergens zuinig mee omgaan [er weinig van gebruike... Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/