de zwagerin zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: zwa·ge·rin Verbuigingen: zwagerinnen (meerv.) Verbuigingen: zwagerinnetje (verkleinwoord) de echtgenote van iemands broer of zus, of de zus van iemands echtgenoot of echtgenote . 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/zwagerin
aangetrouwde zus van iemand, hetzij als echtgenote van een broer van die persoon, hetzij als zus van zijn echtgenote of haar echtgenoot; in het geval van een gelijkslachtig huwelijk ook hetzij als echtgenote van een zus van die persoon, hetzij als zus van zijn echtgenoot of haar echtgenote; schoonzus Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/zwagerin