Digischool Begrippenlijst `Mainports`
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Transport en verkeer > Mainports
Datum & Land: 15/02/2007, NL offline
Woorden: 150
aanhechtingsfunktie
Reden waarom bedrijven zich in een gebied willen vestigen. In het gebied bevinden zich namelijk bedrijven die specifieke diensten en producten leveren, zoals snel vervoer en speciale behandelingen van producten.
aanvoer
Alle goederen die een haven binnenkomen. Letterlijk betekent aanvoer `naar de bestemde plaats brengen`.
aardolie
Onbewerkte olie (zoals die uit de grond komt), wordt ook wel ruwe olie genoemd.
achterland
Het gebied waar goederen of passagiers vanuit een centraal verzamelpunt naar toe worden gebracht. Bijvoorbeeld: het Ruhrgebied is het achterland van Rotterdam.
afvoer
Alle goederen die de haven verlaten.
agglomeratie-effect
Onder invloed van een grote bevolkingsomvang en een grote gevarieerdheid in bedrijven en voorzieningen ontstaat een zichzelf versterkende groei van bedrijven en voorzieningen.
agglomeratienadelen
De nadelen van bedrijfsvestiging in een grote stad. Bijvoorbeeld de grond word te duur of het milieu wordt te zwaar belast.
agglomeratievoordelen
De voordelen van bedrijfsvestiging in een grote stad. Voordelen zijn: aanwezigheid van een afzetmarkt, arbeidsmarkt, toeleveringsbedrijven en goede infrastructuur.
agribulk
Dit zijn alle agrarische massagoederen, zoals granen, oliehoudende zaden en veevoedergrondstoffen (sojaschroot, citruspulp).
balancing of intermediate refinery
Raffinaderij gelegen in zeehavens van grote bevolkingsconcentraties.
bulktransport
Transport in grote hoeveelheden, opgeslagen in tanks of los gestort in laadruimten.
cargadoor
Vertegenwoordiger van een of meerdere rederijen. Zorgt er onder andere voor dat schepen een ligplaats aangewezen krijgen, dat ze gelost worden, dat de goederen door de douane komen en dat er weer nieuwe lading voor een schip is.
cargonautsysteem
Informatiesysteem op luchthavens, waardoor de afhandeling van luchtvracht sneller gaat.
centrum-periferie-tegenstelling
Een tegenstelling tussen een ontwikkeld gebied (centrum) en een minder ontwikkeld gebied (periferie). Tussen deze gebieden bestaan relaties en de ontwikkeling van de periferie wordt bepaald door het centrum. De periferie is ondergeschikt aan het centrum.
centrumfunctie
Centrale plaats in een netwerk. Schiphol neemt bijvoorbeeld een centrale plaats in omdat mensen zowel gebruik kunnen maken van een netwerk van Europese luchtlijnen als van een wereldnetwerk van luchtlijnen.
chartermaatschappij
Luchtvaartmaatschappij die ongeregelde diensten onderhoudt naar bepaalde bestemmingen. In bepaalde tijden van het jaar, bijvoorbeeld de zomervakantieperiode, hebben zij aanzienlijk meer vluchten dan in andere tijden.
collectie
Het ophalen van de goederen bij de producent.
collectienetwerk
Onderdeel van een transportnetwerk waarover goederen bij de producent worden opgehaald.
commissionair
Iemand die in opdracht van anderen goederen inkoopt.
container
Grote metalen laadbak voor opslag of transport van goederen (stukgoederen).
containerisatie
Het gebruik van containers voor transport van allerlei goederen (stukgoederen).
containervervoer
Goederen (stukgoederen) die vervoerd worden in laadkisten die bepaalde standaardafmetingen hebben.
dead-end refinery
Raffinaderij gelegen in het consumptiegebied.
deepsea containerschip
Containerschepen die intercontinentale routes bevaren. De containers van een deep-sea containerschip worden in de grote havens overgeladen op een veel kleiner short-sea schip om naar de verschillende kleinere havens te worden verscheept.
degroeperen
Het splitsen van een laadeenheid in de oorspronkelijke zendingen.
distributie
Het brengen van goederen van producent naar consument.
distributiecentrum
Een plaats (scheepshaven of luchthaven) waar goederen uit de verre omtrek naar toe worden gebracht om vandaar naar alle mogelijke bestemmingen te worden vervoerd.
distributieland
Een distributieland is een land waar in de transportsector minstens een kwart van de werkgelegenheid te vinden is; met een goed ontwikkeld netwerk van eerstelijns en tweedelijns knooppunten; met niet alleen een of meer mainports, maar ook een groot aantal EDC`s.
distributienetwerk
Onderdeel van een transportnetwerk waarover goederen bij de eindgebruiker worden afgeleverd.
distripark
Een groot distributiecentrum gebouwd in de buurt van de grote containerterminals en vlakbij de verbindingen met het achterland.
doorvoer
Dit is hetzelfde als transito. Dit betekent het vervoer van goederen waarvan zowel de herkomst als de bestemming in het buitenland ligt; die in een zee- of luchthaven worden overgeladen (na eventueel te zijn opgeslagen) en die in de zee- of luchthaven geen bewerking hebben ondergaan.
duwvaart
Voortduwen van vaartuigen zonder eigen stuwkracht door een motorschip.
economisch complex
Een groep aan elkaar verwante economische activiteiten die in een duidelijk begrensd gebied voorkomen en een zodanige gevarieeerdheid en omvang hebben dat deze activiteiten zich zelf in stand houden en zelfs gaan versterken.
edc
Europees distributiecentrum. Een (of een uiterst gering aantal) locatie(s) waar producten worden opgeslagen en vandaaruit over heel Europa gedistribueerd.
eerstelijns knooppunten
Het is een knoopunt in een internationaal netwerk van verkeers- en vervoersstromen van goederen, personen en informatie.
entrepotgebouw
Gebouw waar tijdelijk de goederen worden opgeslagen die het land binnenkomen. Van hieruit worden de goederen verder doorgevoerd naar het buitenland, zonder douanebehandeling.
europese distributiecentra
EDC. Een (of een uiterst gering aantal) locatie(s) waar producten worden opgeslagen en van daaruit over heel Europa gedistribueerd.
expeditiebedrijf
Bedrijf dat voor verzending (van goederen) zorgt.
export processing zones
Betrekkelijk kleine gebieden in ontwikkelingslanden die bedoeld zijn om buitenlandse exportbedrijven aan te trekken. Ze beschikken over speciale faciliteiten die aantrekkelijk zijn voor buitenlandse bedrijven.
feeder
Een luchthaven die zijn passagiers toelevert aan en ontvangt van een mainport, maar zelf niet over een (uitgebreid) net van intercontinentale verbindingen beschikt.
gatt
General Agreement on Tariffs and Trade. Een overeenkomst tussen een aantal landen met als doel de bevordering van de vrijhandel.
global shift
De verschuiving van economische zwaartepunten en activiteiten over de wereld als gevolg van economische schaalvergroting. Bijvoorbeeld de kustgebieden van de noordelijke Atlantische Oceaan (de havens van Noordwest-Europa en het noordwesten van de USA) moeten hun leidende positie afstaan aan de havens in Zuidoost-Azie.
globalisering
Dit is hetzelfde als internationalisering. Maar bij globalisering gaat het vooral om de samenhang die er is ontstaan tussen bedrijven en instellingen die over de wereld verspreid zijn.
groepage
Het samenvoegen van meerdere zendingen tot een te verzenden laadeenheid.
grossier
Groothandelaar, deze koopt goederen in grote hoeveelheden en verkoopt ze door aan derden.
home-carrier
Een grote luchtvaartmaatschappij die een bepaalde luchthaven als thuishaven heeft. Voor Schiphol is de home-carrier de KLM.
hoofdstuk 2 vliegtuigen
Om de geluidshinder van de vliegtuigen te verminderen probeert Schiphol de H2-vliegtuigen (lawaaiige vliegtuigen) te weren.
hoofdtransportas
Dit is een hoofdlijn, met name gericht op het achterland, waarlangs vervoer over spoorlijn, weg of water plaatsvindt.
hub
`Hub` betekent letterlijk spil of as. Vanuit de `hub` lopen diverse spaken (`spokes`). De spaken staan voor de transportwegen die vanuit de `hub` uitstralen.
hulpdienst
Bedrijf dat havenactiviteiten ondersteunt, bijvoorbeeld loodsen, slepers, verhuurbedrijven van transportmiddelen.
ica-gateway
Een opstapplaats naar intercontinentale bestemmingen.
imer
De verschillende uitbreidingsvarianten van Schiphol zijn onderworpen aan de Imer (Integraal Milieu-Effect Rapportage). Tot de onderzochte milieu-criteria behoren geluid, externe veiligheid, luchtverontreiniging en gezondheid.
immersat-systeem
Communicatiesysteem met behulp van satellieten, grondstations, telefoons en computers, tussen bedrijven en vervoermiddelen.
informatie verwerkend systeem
Informatie Verwerkend Systeem (I.V.S.). Opslag van informatie van alle schepen die de Rotterdamse haven aandoen, met behulp van computers.
integraal milieu effect rapportage
De verschillende uitbreidingsvarianten van Schiphol zijn onderworpen aan de Imer (Integraal Milieu-Effect Rapportage). Tot de onderzochte milieu-criteria behoren geluid, externe veiligheid, luchtverontreiniging en gezondheid.
intermodaal vervoer
Vervoer met behulp van verschillende transportmodaliteiten (vervoerwijzen), die bewust op elkaar zijn afgestemd.
internationale taakverdeling
Een mondiale taakverdeling die vooral sinds de industriele revolutie bestaat. Hierbij leveren de Europese landen de industrieproducten en de rest van de wereld de grondstoffen en agrarische producten.
internationalisering
Een proces van schaalvergroting waarbij op politiek, sociaal, cultureel en economisch gebied samengewerkt wordt en verbanden gelegd worden met bedrijven en instellingen buiten het eigen gebied.
ivs
Informatie Verwerkend Systeem. Opslag van informatie van alle schepen die de Rotterdamse haven aandoen, met behulp van computers.
just-in-time-levering
Het leveren van producten in de gewenste hoeveelheid op het moment dat een klant ze nodig heeft.
ke
De kosteneenheid (Ke) is een meeteenheid om de geluidszones rondom Schiphol te bepalen. De Ke drukt de geluidsbelasting uit in een getal door landende en stijgende vliegtuigen over het gehele etmaal voor een bepaalde plaats te meten.
knooppunt
Plaats waar goederen of laadeenheden tussen de verschillende modaliteiten worden uitgewisseld.
kosteneenheid
De kosteneenheid (Ke) is een meeteenheid om de geluidszones rondom Schiphol te bepalen. De Ke drukt de geluidsbelasting uit in een getal door landende en stijgende vliegtuigen over het gehele etmaal voor een bepaalde plaats te meten.
laeq
De Laeq is een meeteenheid om de geluidszones voor de nachtvluchten rondom Schiphol te bepalen. De Laeq is gebaseerd op het gemiddelde geluidsniveau van vliegtuigen binnenshuis, berekend over alle nachten van een geheel jaar. De Laeq wordt uitgedrukt in decibels.
land bridge vervoer
Dit is het transport van een container die deels via spoorlijnen verloopt.
lash-transport
Lash staat voor lighter aboard ships: schepen met aan boord geladen kleinere schepen die op binnenwateren kunnen varen.
lijndienstmaatschappij
Luchtvaartmaatschappij die geregelde diensten onderhoudt naar bepaalde bestemmingen. Deze vluchten kunnen dagelijks, wekelijks of maandelijks zijn. De vluchten gaan volgens een vast dienstschema.
logistiek
De gestructureerde koppeling van alle vervoeronderdelen (collectie, degroepage, groepage, intermodaal transport, extra handelingen, distributie), zodat een efficiënt transportgeheel ontstaat.
logistiek centrum
Plaats waar de koppeling van de verschillende vervoeronderdelen plaatsvindt. Er vinden ook waardetoevoegingen plaats.
logistieke keten
Het productieproces van goederen via grondstoffen, productie, halffabrikaten, productie, eindproducten, gebruikers.
loods
Iemand die goed bekend is met de ondiepe en gevaarlijke plaatsen in een vaarwater en de schepen er veilig doorheen brengt.
mainport
In Nederland zijn twee mainports: Schiphol (luchtvaart) en Rijnmond (scheepvaart). Een mainport is: A.Een plaats of gebied met knoopppunten van verschillende transportmiddelen (weg, water, rail, lucht) en waar wordt gezorgd voor samenwerking en afstemming van die transportmiddelen (24 uur per dag met hoge frequentie) en het is: B. Een knooppunt met een aansluiting op een intercontinentaal (ook Europees) verplaatsnetwerk en: aanwezigheid van logistieke centra en een goede telematica infrastructuur.
mainport
Dit is een knooppunt in een internationaal netwerk van verkeers- en vervoersstromen van goederen, personen en informatie.
massagoed
Onverpakte goederen die in grote hoeveelheden vervoerd worden, bijvoorbeeld olie (=nat massagoed) of graan (= droog massagoed).
masterplan
Inrichtingsplan voor de middellange termijn. In een masterplan staat bijvoorbeeld omschreven hoe een haven of luchthaven een mainport kan worden.
megahub
Mainport van eenzame klasse.
monoport
Concentratie in de stroom van goederen, mensen of informatie via een (lucht-) haven. Bijvoorbeeld: situatie waarbij maar een haven een dominante positie zou hebben in West-Europa.
multihub systeem
Gebied met meerdere `hubs` (mainports) in een netwerk van transportlijnen naar verschillende bestemmingen.
multiplier-effect
Door de groei van het hoofdbedrijf zullen de van dit bedrijf afhankelijke bedrijven ook groeien en uitbreiden.
multiport
Concentratie in de stroom van goederen, mensen of informatie via meerdere (lucht-) havens. Bijvoorbeeld: in West-Europa zijn er meerdere havens (Rotterdam, Antwerpen, Hamburg) met een dominante positie.
netwerk
Het geheel van knooppunten en aansluitende transportlijnen (wegen, rivieren, luchtwegen, zeeroutes en rails).
nic`s
Newly Industrializing Countries. Nieuwe industrielanden in de ontwikkelingslanden, met name in Zuidoost-Azie en Midden-Amerika. Deze landen hebben zich de laatste decennia ontwikkeld tot industrielanden.
nimby-syndroom
Het verschijnsel dat mensen een bepaalde hinderlijke activiteit niet in hun buurt willen hebben, bijvoorbeeld de geluidhinder van vliegtuigen of de Betuwelijn.
oil-terminal
Het eindstation van de grote olietankers. Hier wordt de olie opgeslagen en per pijpleiding getransporteerd of direct verwerkt in de raffinaderij.
one-terminalconcept
De opzet van het station (terminal) van de luchthaven, waarbij alle activiteiten in een gebouw afgehandeld kunnen worden. Passagiers hoeven bijvoorbeeld bij het overstappen niet naar verschillende gebouwen te gaan.
open skies verdrag
Een verdrag waarbij vliegtuigen het recht hebben om in het luchtruim van andere staten te vliegen.
opslag
Dit is hetzelfde als `warehousing`. Goederen bewaren, bijvoorbeeld in loodsen, containers (stukgoed), opslagtanks (olie), silo`s (graan) of los gestort op bedrijfsterreinen (erts), totdat ze verder bewerkt worden.
overslag
Goederen van het ene vervoermiddel overbrengen naar een ander vervoermiddel (Overslag = aanvoer + afvoer).
overslag op stoom
Het laden en lossen van zeeschepen zonder dat ze afgemeerd liggen aan de kade.
overslagbedrijf
Bedrijf waar goederen en passagiers voor hun eindbestemming veranderen van transportmiddel dat hen naar een andere bestemming brengt.
overslagsector
De bedrijven die zich bezighouden met overslag van goederen.
pacific rim
Letterlijk: landen rond de Grote Oceaan. Doordat deze landen (Taiwan, Zuid-Korea, Hong Kong) economisch aan kracht winnen verschuift het zwaartepunt van handel en verkeer (Global Shift) naar de landen rond de Pacific Rim.
poortfunctie
Voor de aanvoer en doorvoer van goederen en het aan- en doorreizen van mensen zeer gunstige ligging van een plaats. Schiphol en Rotterdam hebben een poortfunctie. De naam Europoort is om die reden gekozen.
product life cylce
De levenscyclus van een product. De tijd die er verloopt tussen de ontwikkeling van het product tot het moment waarop de consumenten dit product niet meer kopen.
raffinaderij
Een bedrijf dat ruwe olie bewerkt.
reder
Een eigenaar van schepen.
resource-refinery
Raffinaderij in het productiegebied.
reverse thrust
Dit is het gebruik maken van straalomkeerders tijdens het uitlopen van de landing om bij te remmen; maakt veel lawaai.
roeier
Regelt dat schepen vast komen te liggen (aan kades, boeien, steigers enzovoort).
roll/on-roll/off vervoer
Trucks met oplegger of alleen de opleggers worden per schip vervoerd.