strak bijv.naamw. Uitspraak: [ strɑk ] 1) zonder plooien, rimpels of bochten Voorbeelden: 'De vlaggen staan strak.' , 'een strakke huid' , 'strak schilderwerk' 2) zonder versieringen Voorbeelden: 'een strak ingericht interieur' , 'een strak design' Synoniem: rechttoe rechtaan 3) nauw aansluitend Voo...
1) Vast aangetrokken 2) Vlak 3) Aangetrokken 4) Vlak en glad 5) Rigide 6) Vlakuit 7) Afgemeten 8) Steil 9) Niet slap 10) Overdreven streng 11) Nauw 12) Pal 13) Zwaargebouwd 14) Zwaar gebouwd 15) Uitgestreken 16) Star 17) Glad en vlak 18) Stevig aangetrokken 19) Stijf 20) Stijf gespannen 21) Stijfgespannen 
erg goed - Jaar van herkomst: 1987 (De Coster 1999 )
[slang] cool;tof;kicken
Geur- en smaakimpressie bij wijnen die geen zachte en zoete indruk maken. Strak noemt men voornamelijk droge witte wijnen met een hoog zuurgehalte. Voorbeelden hiervan zijn Chablis, Muscadet en Sancerre. Ze combineren vaak uitstekend met visgerechten. Alleen liefhebbers drinken ze zonder er iets bij te eten.
gespannen; star (toon de herkomst via de etymologiebank)
[jongerentaal] tof, kicken
wie of wat niet beweegt vb: hij hield zijn ogen strak op mij gericht
Cool
niet plooiend, star
(zonder versiering) Strak (zonder versiering) is een sober ontwerp, afgewerkt in rechte lijnen. [basiswoordenlijst groep 7]
Straattaal voor: Cool