GEA - Elektronicawoordenlijst

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Elektrotechniek & Elektronica
Datum & Land: 27/01/2014, NL offline
Woorden: 763


Scheduling-systeem
Systeem voor het beheer van agenda’s van groepen medewerkers van een organisatie. Scheduling-systemen zijn meestal onderdeel van een groupware-product.

schaalbaarheid
betekent dat electronische berichten (bijv. e-mail) van verschillende platforms naar verschillend platforms verstuurd kunnen worden (bijv, van pda naar mobiel, of van pc naar interactieve tv).

Scripttaal
Taal waarin scripts worden geschreven.

Script
Opsomming van computertaken in een bestand die zelfstandig door de computer worden uitgevoerd, nadat het script is gestart.

sdh (Synchronous Digital Hierarchy)
is een standaard technologie voor synchrone datatransmissie via optische media.

servlet
Afkorting van SERVer appLET. Een applet die op de server draait. (zie uitleg: applet)

serviceprovider
leverancier van diensten rond het Internet, zoals bouwen van websites, realiseren van toegang tot internet.

Service provider
Aanbieder van toegang tot het internet.

Server push
Techniek waarbij een server het initiatief neemt om nieuwe gegevens naar de client (de browser) te sturen, zodat een HTML-pagina automatisch wordt geactualiseerd.

Server
Architectuur waarop veel internettoepassingen zijn gebaseerd, bestaande uit een client en een server. Bij zowel de client als de server worden programma’s geactiveerd, waarmee processen kunnen worden uitgevoerd. De client is het programma waarmee aan de server wordt bericht dat er een bepaald proces moet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld het tonen van een website. De gebruikers zoeken meestal met een client op het eigen systeem, zoals de WWW-client ‘Netscape’, naar een server die ergens op het internet actief is.

Self-extracting archive
Gecomprimeerd bestand in de vorm van een programma dat zichzelf uitpakt zodra het programma wordt gestart.

Secure Socket Layer (SSL)
Beveiligingsmethodiek van Netscape voor betalingsverkeer.

Secure Exchange Transaction (SET)
Standaard om beveiligde (betalings) transacties over het internet uit te voeren.

Search
Zoektocht naar bepaalde informatie op het internet.

Search engine
Zoekprogramma, bestemd voor het zoeken naar informatie op het WWW. Bekende search-engines zijn AltaVista, Exite, Ilse, Infoseek, Lycos, Magellan, WebCrawler en Yahoo!

Set-top box
Wordt gebruikt om een televisie interactief te koppelen aan bijvoorbeeld internet (zie web-tv).

SET (Secure Exchange Transaction)
Standaard om beveiligde (betalings) transacties over het internet uit te voeren.

Session
Periode waarin een gebruiker een verbinding met een systeem in stand houdt.

Shopping agent
Een internetrobot die die webshop kan lokaliseren met de laagste prijs voor het gewenste product.

Shockwave
Een softwareprogramma om internetapplicaties interactief te maken. Is ontwikkeld door Macromedia. Door middel van een plug-in in de browser kan een shockwave-applicatie afgespeeld worden.

Shell
Command-interpreter in UNIX-systemen. De shell vertaalt de door een gebruiker ingevoerde opdrachten naar machine-instructies. De shell is herkenbaar aan de zogenaamde prompt, het teken waarachter een gebruiker een opdracht uitvoert. Er zijn verschillende shells beschikbaar, zoals de C-shell, de Bourne-shell en de Korn-shell.

Shareware
Voor iedereen toegankelijke software die voor een korte periode gratis gebruikt mag worden. Indien de software voor langere tijd wordt gebruikt, behoort de gebruiker een vergoeding aan de producent te betalen.

SHTML
Secure HTML; variant van HTML met beveiligingsvoorzieningen

Site
(Website) Verzameling van bij elkaar horende pagina’s op het WWW. De mogelijkheden van websites variëren van het aanbieden van statische informatie tot interactieve communicatie met multimediale toepassingen. Het adres van een website van een bedrijf is meestal eenvoudig te vinden op het web. In een browser kan namelijk vaak de (verkorte) bedrijfsnaam worden ingetikt, voorafgegaan door ‘www’ en gevolgd door de domeinaanduiding van het land waarin het bedrijf is gevestigd. Een voorbeeld is: www.furore.nl/.

SIP (single in-line package)
Een soort huis voor electronische componenten waarvan de connectiepinnen aan een zijde uitsteken. SIP wordt ook wel Single In-line Pin Package (SIPP) genoemd.

SIP (Session Initiated Protocol)
Een protocol dat gesprekken en boodschappen via internet mogelijk maakt.

Simulatie
Een manier om met behulp van computerprogramma’s een situatie realistisch na te bootsen.

Signature
‘Handtekening’ aan het einde van een mailbericht, dat bijvoorbeeld de naam en het e-mail adres van de afzender bevat.

Slash
Voorwaartse schuine streep: -.

Smiley
Een combinatie van toetsenbordtekens die een kwartslag gedraaid een gezichtsuitdrukking of een gevoelsuitdrukking voorstellen, zoals: -) (een gezicht met een glimlach).

Smartbot
Zie intelligent agents.

SMPTE Tijd Code
Een beeldnummering voor videosystemen in de vorm van HH:MM:SS:FF (uren:minuten;secondes:beeldnummers).

Snelnet
Een pilotproject van KPN en NOB Interactive met behulp van ADSL-technologie (zie ook ADSL).

Software agents
Is software die op basis van een opdracht (bijvoorbeeld ‘zoek de goedkoopste reis’, ‘zoek de beste adviseur’) semi autonoom, proactief en adaptief de juiste informatie of website zoekt op het internet.

Software
Computerprogrammatuur. Software bevat instructies aan het computersysteem en maakt het mogelijk dat de computerapparatuur taken uitvoert.

Sourcecode
Broncode van een programma in leesbare vorm. De broncode bevat de programma-instructies zoals deze zijn ontwikkeldn door de programmeur. De programma-instructies worden door de compiler vertaald in objectcode, die niet leesbaar is. De objectcode wordt vervolgens door een interpreter vertaald naar direct-uitvoerbare machinecode.

soundbites
is een stukje geluid; bijvoorbeeld een `beet` uit een muzieknummer.

Spooling
Lokaal opslaan van berichten als het niet mogelijk is om deze meteen door te sturen, zoals bij een inbelverbinding.

Spider
Programma dat ten behoeve van een zoekmachine internet afzoekt naar sites en bijbehorende trefwoorden

Spammen
Het ongewenst toesturen van electronic mail of ongewenste (vaak commerciële) informatie in nieuwsgroepen.

Spam
Het ongewenst ontvangen van electronic mail of ongewenste (vaak commerciële) informatie in nieuwsgroepen.

SQL (Structured Query Language)
Standaardopvraagtabel voor relationele databases. Met behulp van SQL kunnen zogenaamde queries gemaakt worden uit een database. Queries bevatten records die voldoen aan bepaalde in het SQL-statement geformuleerde selectiecriteria. De database dient wel SQL te ondersteunen.

SSL (Secure Socket Layer)
Beveiligingsmethodiek van Netscape voor betalingsverkeer.

Structured Query Language (SQL)
Standaardopvraagtabel voor relationele databases. Met behulp van SQL kunnen zogenaamde queries gemaakt worden uit een database. Queries bevatten records die voldoen aan bepaalde in het SQL-statement geformuleerde selectiecriteria. De database dient wel SQL te ondersteunen.

Streamworks
Techniek voor het realtime verzenden van audio en video via het WWW.

streaming
Een techniek om data (veelal multimedia files) zonder onderbrekingen af te spelen alvorens de volledige file is gedownload.

Storyboard
Een grafische representatie van het verloop van een film-, video- of interactief product.

Sticky content
Diensten, entertainment of informatie waardoor een website bezoeker blijft ‘plakken’ op een site.

Start-up
Het bedrijf verkeert in de (door)startfase. Risicokapitaal is nodig voor de ontwikkeling, productie en marketing van nieuwe producten.

Standard output
Randapparaat dat gewoonlijk wordt gebruikt voor de uitvoer van een programma. Meestal wordt hiervoor het beeldscherm gebruikt.

Standard input
Randapparaat dat gewoonlijk wordt gebruikt voor de invoer van een programma. Meestal wordt hiervoor het toetsenbord gebruikt.

Stampering
De tweede stap van het vervaardigen van de master (matrijs) om daarmee cd’s of dvd’s te kunnen repliceren (zie ook mastering).

Style sheet
Set van HTML-tags die zorgt voor de uitvoering van een standaardopmaak van een HTML-document. Elke HTML-pagina kan een standaardopmaak krijgen door de ‘style sheet’ in de betreffende pagina ‘aan te roepen’. De taal waarin style sheets worden geschreven heet DSSSL.

Style guide
Regels die de huisstijl van een website beschrijven.

Surfen
Populaire term voor het afstruinen van het WWW.

Subscribe
Het aanmelden als abonnee van een nieuwsgroep. Nieuwe artikelen worden automatisch naar de abonnees gezonden. Met unsubscribe (een optie in vele nieuwslezers) kan het abonnement ongedaan worden gemaakt.

Sysop
Aanduiding voor de system operator, de systeembeheerder.

syndication
is een bestaand begrip in de uitgeverijwereld, waarbij content met elkaar (op licentiebasis of via barter e.d.) gedeeld wordt. De verwachting is dat op internet dit een zeer belangrijke rol zal gaan spelen.

Symbian
Een samenwerkingsverband van onder andere Psion, Panasonic, Motorola, Ericsson en Nokia dat Bluetooth ontwikkeld heeft (zie Bluetooth)

Tagged Image File Format (TIFF)
Formaat van grafische afbeeldingen.

Tag
Markering in een HTML, SGML of XML document waarmee een server duidelijk maakt op welke manier de inhoud van het document geïnterpreteerd moet worden. Meestal wordt zowel het begin als het einde van een markering aangeduid.

TCP (Transmission Control Protocol)
Protocol waarop alle communicatie is gebaseerd, die via het internet plaatsvindt.

Terminate Stay Resident (TSR)
Programma dat wordt gestart en vervolgens direct wordt beëindigd, maar op de achtergrond actief blijft in het geheugen van de computer. Bij een bepaalde toetsencombinatie treedt het programma op de voorgrond en verricht het een specifieke taak.

Terminal-emulatie
Techniek waarmee een computer op afstand fungeert als terminal van een computersysteem. De terminal-emulatie zorgt ervoor dat de gebruiker dezelfde schermuitvoer ziet als wanneer deze op de terminal van het betreffende computersysteem zou werken.

Terminal
De terminal beschikt niet of in geringe mate over eigen verwerkingskracht, maar ontlenen die aan een centrale computer in het netwerk. De tegenhanger van de terminal is de PC.

Terabyte
1024 gigabytes.

Telnet
Internettool waarmee op afstand op een host kan worden ingelogd. Op deze manier kunnen dezelfde programma’s worden uitgevoerd als wanneer er via een lokale terminal op deze host wordt ingelogd.

Teller
is een softwareprogramma dat bijhoudt hoeveel bezoekers er op een site langskomen.

Telewinkelen
Dienst, al dan niet via het internet, waarbij de klant via de kabel artikelen kan bestellen.

Telemetrie
Dienst die het mogelijk maakt om desgevraagd bepaalde zaken, zoals meterstanden te meten via de kabel.

Teleleren
Dienst waarbij de gebruiker op afstand onderwijs kan volgen door het volgen via tv, radio of internet.

Teleconferencing
Tele-vergaderen. Hierbij worden beeld en geluid realtime verzonden via een computernetwerk, zoals het internet. Voorwaarden zijn dat er minimaal twee personen moeten zijn die met elkaar willen tele-vergaderen en dat hun computers met een camera zijn uitgerust.

Tele-educatie
Dienst waarbij de gebruiker op afstand onderwijs kan volgen door het volgen via tv, radio of internet.

Thumbnail
Verkleinde weergave van een grafische afbeelding die met de muis kan worden aangeklikt, waarna de volledige afbeelding van de server wordt opgehaald en getoond op het beeldscherm. Op deze manier krijgt de gebruiker snel een indruk van de afbeeldingen die zijn interesse hebben opgewekt.

Tilde
Kringelteken (~). De tilde wordt onder diverse UNIX-shells gebruikt als aanduiding voor de home-directory.

TIFF (Tagged Image File Format)
Formaat van grafische afbeeldingen.

Touchscreen
Beeldscherm dat als monitor en als invoermedium gebruikt wordt, door met een vinger het scherm aan te raken. Daardoor kunnen bewerkingen uitgevoerd worden.

Topologie
Netwerkstructuur.

topic maps
voor het coderen van semantische relaties tussen (groepen van) objecten, waaronder de bouw van indexen voor groepen van documenten.

Top-level domain
Meest rechtse subadres in een IP-adres.

Toolkit
Zie development toolkit.

Tool
Softwaregereedschap. Een tool is vaak een klein programma voor het uitvoeren van algemene taken.

Token ring
Netwerktechnologie in de vorm van een cirkel. De ‘token ring’ wordt veel gebruikt door IBM en is vergelijkbaar met het ethernet.

Toegevoegde waarde keten
Een samenwerkingsverband tussen bedrijven die ieder een deel van de verrijking van een product voor hun rekening nemen. In deze keten bestaat er dus een mate van afhankelijkheid van elkaar.

tree
Het is de metafoor voor de structuur van een interactief programma of internetsite. Een boom heeft takken, de takken hebben weer kleinere takken etc.

Tracker
is een softwareprogramma dat bijhoudt hoeveel bezoekers er op een site langskomen.

Track
Een spoor op een magneetband of een optische disk.

trust hierarchy
Organisatie (beveligingssysteem) die bemiddelt in het handelsverkeer op Internet door het uitreiken van certificaten van betrouwbaarheid aan aanbieders en afnemers. Bepaald wordt hoe betrouwbaar de spelers zijn die betrokken zijn bij de desbetreffende transactie via internet (registratie en certificatie). Een `trust hierarchy` wordt ook wel een PKI (public key infrastructure) of TTP (Trusted Third Party) genoemd. Organisatie (beveligingssysteem) die bemiddelt in het handelsverkeer op Internet door het uitreiken van certificaten van betrouwbaarheid aan aanbieders en afnemers. Bepaald wordt hoe betrouwbaar de spelers zijn die betrokken zijn bij de desbetreffende transactie via internet (registratie en certificatie). Een `trust hierarchy` wordt ook wel een PKI (public key infrastructure) of TTP (Trusted Third Party) genoemd.

TSR (Terminate Stay Resident)
Programma dat wordt gestart en vervolgens direct wordt beëindigd, maar op de achtergrond actief blijft in het geheugen van de computer. Bij een bepaalde toetsencombinatie treedt het programma op de voorgrond en verricht het een specifieke taak.

TTP (Trusted Third Party)
Organisatie (beveligingssysteem) die bemiddelt in het handelsverkeer op Internet door het uitreiken van certificaten van betrouwbaarheid aan aanbieders en afnemers. Bepaald wordt hoe betrouwbaar de spelers zijn die betrokken zijn bij de desbetreffende transactie via internet (registratie en certificatie). Een TTP (Trusted Third Party) wordt ook wel een PKI (public key infrastructure) of `trust hierarchy` genoemd.

Turnaround
Het bedrijf lijdt verlies maar is weer winstgevend te maken. Risicokapitaal is nodig voor de reorganisatie.

UDF
Het file-formaat waarmee de meeste dvd’s geproduceerd worden.

Uitpakken
Het in de oorspronkelijke staat terugbrengen van een gecomprimeerd bestand met behulp van een decompressieprogramma. (ook decompressie)

Uitloggen
Afmelden van een computer, oftewel de verbinding verbreken. (ook logout)

Unsubscribe
Zie subscribe.

Unix
Een operating systeem voor met name zwaardere toepassingen. Er zijn verschillende versies van Unix, afhankelijk van de leveranciers. (Bijvoorbeeld SCO, Sun, HP, IBM et cetera)

Universal Serial Bus (USB)
Is een interface tussen computers en randapparatuur, die ontwikkeld is door verschillende hard- en software fabrikanten. Voordeel is dat een nieuw randapparatuur direct aangesloten kan worden zonder dat een additionele kaart nodig is.

Uniform Resource Locator (URL)
Adres op het WWW.

Underwriting
De verklaring dat men zich als partij sterk maakt voor het geheel of een gedeelte van het bedrag van een transactie waarbij vooraf geen zekerheid – maar wel de intentie – bestaat om een gedeelte van het aldus te verkrijgen belang of de lening bij een derde partij door te plaatsen.

Uncompress
Programma om met compress gecomprimeerde archive-files uit te pakken.