Uw Hypotheekbemiddelaar

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Economie en financiën > Huis en hypotheek
Datum & Land: 10/03/2007, NL
Woorden: 322


Opstalverzekering
Verzekering die schade dekt aan de woning zelf.

Oplevering
Moment waarop de (ver)bouw van een woning is voltooid en wordt vrijgegeven aan de (nieuwe) bewoner.

Open eind
Levensverzekering zonder definitieve einddatum.

Overstapfaciliteit
Mogelijkheid om over te stappen van een variabele rente naar een vaste rente.

Oversluiten
De huidige hypotheek opnieuw afsluiten op andere voorwaarden en meestal tegen een lagere rente. Dit kan ook bij een andere instelling. In de meeste gevallen zijn oversluitkosten verschuldigd. Als de nieuwe hypotheek wordt afgesloten bij een andere instelling of bij een verhoging van het leningsbedrag dient u ook rekening te houden met de kosten van een nieuwe hypotheekakte.

Overlijdensrisicoverzekering
Een verzekering die tot uitkering komt als de verzekerde komt te overlijden en die het mogelijk maakt dat de nabestaande(n) in de woning kan-kunnen blijven wonen, omdat de hypotheek kan worden afgelost of verlaagd. Het kan bij sommige hypotheken verplicht worden gesteld.

Overheidsbijdrage
Subsidie die de overheid uitkeert bij (sociale) koop- of premiewoningen.

Overdrachtsbelasting
Deze belasting wordt geheven bij overdracht van een bestaand huis en bedraagt 6% van de aankoopwaarde. Meestal betaalt de koper deze belasting. Voor een nieuwbouwwoning is geen overdrachtsbelasting verschuldigd. In sommige gevallen geldt dit wel voor de grond.

Overdrachtsakte
Deze maakt de notaris op bij de koop en de verkoop van onroerende zaken. Deze akte wordt ingeschreven bij het kadaster.

Overdraagbare premie
De subsidie die overgaat van de oude naar de nieuwe eigenaar van een premiewoning.

Overbruggingskrediet
Lening om de tijd te overbruggen tussen de aankoop van de nieuwe en de verkoop van de oude woning, indien er op dat laatste moment eigen geld vrijkomt.

Overwaarde
Het verschil tussen de waarde van een pand en de hypotheekschuld, voor zover deze positief is. Dit is ‘stil’ vermogen, besloten in een woning.

Passeren
Het ondertekenen van de hypotheek- en transportakte bij de notaris, waardoor deze geldig worden.

Pandrecht
Geeft de pandhouder de mogelijkheid rechten uit te oefenen op een levensverzekering. Een verpande verzekering mag u alleen met toestemming van de pandhouder wijzigen.

Plafondrente
Zie bandbreedterente.

Projecthypotheek
Bij nieuwbouwprojecten bieden hypotheekinstellingen soms een hypotheek aan tegen een lagere rente of afsluitkosten dan normaal. De lagere rente vervalt meestal bij renteherziening.

Pro Resto hoofdsom
De nog openstaande (hypothecaire) schuld na aftrek van alle (administratieve) aflossingen en kosten.

Premiewoning
Nieuwbouwwoning die door de overheid gesubsidieerd wordt, in de vorm van een eenmalige of periodieke bijdrage. Regelingen verschillen van gemeente tot gemeente.

Premievrij maken
Op verzoek en in overleg met de maatschappij kan de premiebetaling van een levensverzekering worden stopgezet terwijl de waarde behouden blijft en de verzekering blijft doorlopen. Vaak gebeurt dit bij een hoge poliswaarde en genoeg aantal jaren betaalde premie (volgens de Belastingwetgeving 2001).

Premiedepot
Het premiedepot is een aande hypotheek verpande geblokkeerde renterekening bedoelt om (een deel van) de premies te betalen van de eveneens aan de hypotheek verpande levensverzekering.

Restschuld
Het gedeelte van de oorspronkelijke lening dat nog open staat.

Renteverlies tijdens bouw
Hypotheekrente, door u verschuldigd tijdens de bouw van een huis. Deze last heeft u naast uw huidige woonlasten. Vaak kunt u renteverlies meefinancieren, zodat u niet met dubbele woonlasten zit.

Rentevaste periode
De hypotheekrente wordt bij het afsluiten van de hypotheek voor een bepaalde periode overeengekomen (bijvoorbeeld 5 of 10 jaar). Na de rentevaste periode wordt de rente op de renteherzieningsdatum aangepast aan de dan gelden rentestand, voor een nieuwe door u te kiezen periode.

Renteselect
Zie bandbreedterente.

Renteopslag
Een opslag op de basisrente. Bijvoorbeeld in het geval van een tophypotheek.

Rentemiddeling
Een nieuw rentepercentage vaststellen door het rentepercentage van de voorgaande hypotheekperiode op te tellen bij het nieuwe (dag)rentepercentage en beide (gewogen) te delen. Deze rentemiddeling vindt vaak plaats bij een hypotheekverhoging voor een verbouwing of bij verhuizing.

Renteherziening
Moment waarop een rentevaste periode afloopt en een nieuwe rentevaste periode gekozen moet worden.

Rentebedenktijd
Bepaalde periode waarbinnen de rente voor een vaste termijn kan worden vastgezet. Vaak een periode van één of twee jaar, zodat u een geschikt moment kunt afwachten.

Rekenrente
De wettelijk verplichte vaste rente over het betaalde bedrag bij traditionele levensverzekeringen.

Rechtsbijstandverzekering
Verzekering die voorziet in rechtshulp bij juridische zaken.

Roerende zaken
Alles wat niet nagel- en aardvast is verbonden aan een onroerend goed.

Royeren
Uitschrijven-doorhalen van een hypotheek uit het Hypotheekregister.

Servicekosten
Kosten voor collectief onderhoud, collectieve verzekeringen en overige voorzieningen aan een onroerend goed. Bewoners-eigenaren van flats, appartementen en gesplitste woningen hebben met servicekosten te maken.

Spaarhypotheek
Hypotheekvorm, ook wel bekend als Verbeterde Levenhypotheek, waarbij de aflossing geschiedt door middel van een gemengde verzekering en waarbij de vergoeding over een berekening van de spaarpremie bepaald wordt door de hypotheekrente.

Stichtingskosten
Alle kosten inclusief meerwerk die worden gemaakt voor de aankoop van een nieuwbouwwoning.

Starterslening
De Stichting Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) biedt een product dat koopwoningen makkelijker bereikbaar maakt: de Starterslening. De starterslening is bedoeld om het verschil te overbruggen tussen de kosten van de aankoop van de woning en de maximaal mogelijke lening voor de koper. Het is een aanvullende lening op een reguliere hypotheek. De Starterslening wordt verstrekt voor maximaal 30 jaar en is, in ieder geval, de eerste 3 jaar renteloos en aflossingsvrij. Na drie jaar wordt, op basis van uw dan geldende persoonlijke situatie, bekeken of er rente en aflossing over de Starterslening betaald kan worden. Indien dit het geval is dan wordt de Starterslening aangepast aan uw nieuwe, persoonlijke situatie. Voor de Starterslening wordt een tweede hypotheek gevestigd op de woning. De Starterslening is in een beperkt aantal gemeenten mogelijk. Iedere gemeente stelt zelf de voorwaarden vast om in aanmerking te komen. De aanvrager moet echter altijd een hypotheek afsluiten met Nationale Hypotheek Garantie.

Stabielrente
Zie bandbreedterente.

Successierechten
Na overgang van eigendommen na overlijden dient de ervende nieuwe eigenaar belasting te betalen.

Taxatie
Waardebepaling van het huis op een bepaald moment. De taxatie dient gedaan te worden door een erkende taxateur. De kosten zijn afhankelijk van de waarde van het huis.

Tophypotheek
Indien het hypotheekbedrag hoger is dan een bepaald percentage (afhankelijk van de geldverstrekker) van de executiewaarde, spreekt men van een tophypotheek.

Transportakte
Overdrachtsakte, die de notaris opmaakt bij de koop en verkoop van onroerende zaken en die wordt ingeschreven bij het kadaster.

Tweeverdienershypotheek
Hypotheek die alleen verstrekt wordt in een huishouding waar sprake is van twee (vaste) inkomens.

Tweede hypotheek
In bepaalde gevallen is het mogelijk een tweede hypotheek af te sluiten op eenzelfde pand, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van overwaarde.

Universal-life verzekering
Verzekering opgezet vanuit het Universal-Life principe waarbij de ingelegde premies worden belegd in units. Die units worden weer verkocht om bepaalde dekkingen bij overlijden en arbeidsongeschiktheid te financieren. Deze vorm van verzekeren kenmerkt zich door een hoge mate van flexibiliteit.

Unit-linked verzekering
Verzekering waarbij er gespaard wordt door te beleggen in één of meer beleggingsfondsen. Het spaardeel wordt gebruikt om ‘units’ aan te kopen. Vaak kan worden gekozen uit o.a. aandelen-, obligatie- en mixfondsen.

Unit
Participatie (aandeel) in een beleggingsfonds.

Vaste inschrijving
Vermelding in het hypotheekregister waarbij sprake is van een zogenaamd dalend hypotheekrecht. De geldverstrekker mag dan niet meer vorderen dan de nog openstaande hypotheekschuld vermeerderd met rente en kosten.

Variabele rente
U betaalt geen vast percentage, maar een rente die per maand of kwartaal varieert.

Verwervingskosten
Het totaal benodigde bedrag om het huis te kunnen kopen (verwerven).

Verpanding
Via hypotheekakte vastgelegde verplichting dat (bijvoorbeeld) een levensverzekering onlosmakelijk verbonden is aan een hypotheek als aflossingsverplichting.

Vermogensrendementsheffing
Term voor de wijze waarop in Box III het vermogen minus de schulden wordt belast. In de regel komt deze belasting neer op een tarief van 1,2% over huidige vermogen na aftrek van mogelijke vrijstellingen.

Vereniging van eigenaren
Als het eigendom van een pand (appartement, gesplitste woning) over meerdere eigenaren is verdeeld, vormen de eigenaren gezamenlijk een vereniging. Deze vereniging is wettelijk verplicht.

Voorlopige teruggaaf
Een eigen woning bezitter mag onder andere de hypotheekrente opvoeren als aftrekpost inkomstenbelasting. Dat leidt tot een belastingteruggave, die in plaats van per jaar achteraf ook per maand achteraf kan worden uitbetaald. U ontvangt dan een voorlopige teruggave rechtstreeks van de Belastingdienst. Eventueel te veel of te weinig terug ontvangen belasting wordt achteraf verrekend met de definitieve aanslag inkomstenbelasting.

Voorlopig koopcontract
Overeenkomst waarin alle zaken, inclusief de ontbindende voorwaarden, zijn opgenomen met betrekking tot de koop- en verkoop van onroerend goed. De aanduiding ‘voorlopig’ heeft enkel betrekking op het gegeven, dat de notaris voor de uiteindelijke eigendomsoverdracht moet zorgen. ‘Voorlopig’ moet dan ook niet verward worden met ‘vrijblijvend’!

Voorfinanciering
De subsidie op premiewoningen of (sociale) koopwoningen kan door de bank worden voorgeschoten en tussen de overheid en bank worden verrekend.

Vrije verkoopwaarde
De geschatte waarde van de woning bij vrijwillige verkoop, onder meest optimale condities.

Vrije sector
Categorie nieuwbouwwoningen boven een bepaald prijsniveau.

Vrij op naam (v.o.n.)
De verkoper neemt de notariskosten en overdrachtsbelasting voor zijn rekening.

Waarborgsom
Mogelijke zekerheidsstelling bij een koop van een (bestaande) woning voor de verkoper tot aan transportdatum waarbij de koper een bedrag (tot 10% van de afgesproken koopsom) overmaakt aan de notaris. Dit kan ook via een bankgarantie.

Wet Brede Herwaardering
Verzekeringswet van 1992 tot en met 2000 die vermogensopbouw via kapitaalverzekeringen beperkt middels vrijstellingen, duur en maximale inleg. Sinds de invoering van de belastingherziening 2001 inhoudelijk gedeeltelijk opgenomen in het nieuwe boxenstelsel via overgangsrecht en vaste bepalingen en vrijstellingen in Box I en Box III.

Weduweverklaring
Verklaring bij verzekeringsvorm waarbij, ter besparing van het successierecht, de echtgenoot-echtgenote van de geldnemer als eerste bevoordeelde voor het verzekerde kapitaal bij overlijden aangewezen wordt. Dit onder de verbintenis dat deze de uitkering aanwendt voor de aflossing van de hypotheekschuld.

Woonlasten
Het bedrag dat u per jaar voor het bewonen van uw huis moet betalen.

WOZ
Wet Waardering Onroerende Zaken. Draagt zorg voor een uniforme waardering van alle onroerende zaken in Nederland, die in de belastingheffing worden betrokken. De wet verplicht gemeenten éénmaal per vier jaar waarde van een onroerend goed vast te stellen, op basis waarvan uw onroerende zaakbelasting en huurwaardeforfait worden bepaald.

Acceptatie van hypotheekofferte
Door de hypotheekofferte te ondertekenen, sluit u de overeenkomst met de bank. Zolang de hypotheekakte nog niet is gepasseerd door de notaris kunt u er nog vanaf.

Administratiekosten
De kosten die een hypotheekinstelling in rekening brengt voor het behandelen van een hypotheekaanvraag.

Afsluitkosten
Dit is het bedrag dat de geldgever in rekening brengt bij het afsluiten van de hypotheek.

Aflossingsvrije hypotheek
Een aflossingsvrije hypotheek is een hypotheekvorm waar alleen de betaling van de verschuldigde rente verplicht is en die onder bepaalde voorwaarden zelfstandig of in combinatie met een andere hypotheekvorm gesloten kan worden.

Aflossingsschema
De manier waarop bij de verschillende hypotheekvormen de aflossing van de schuld plaats heeft.

Afkoopwaarde
De afkoopwaarde is het bedrag dat wordt uitgekeerd bij voortijdige beëindiging van een levensverzekering. Dit is de tot dat moment opgebouwde waarde van de levenpolis eventueel verminderd met diverse kosten.

Antispeculatiebeding
Beperkende voorwaarde die de gemeente of de vorige eigenaar stelt aan de verkoop van uw huis. Meestal moet u bij verkoop binnen een aantal jaren (een deel van) de winst afstaan.

Annuleringskosten
Sommige geldverstrekkers brengen kosten in rekening wanneer u afziet van een hypotheek, terwijl u de offerte eerder had geaccepteerd.

Annuïteitenhypotheek
De annuïteitenhypotheek is een klassieke hypotheekvorm waarbij de som van de rente en aflossing, zonder invloed van rentewijziging of extra aflossingen, gelijk blijft. Daarbij neemt in het verloopt van de hypotheek het rentebestanddeel af en het aflossingsbestanddeel toe.

Basisrente
Is het laagste tarief van een bepaalde renteduur die onder de standaardcondities wordt verstrekt.

Bankgarantie
Een verklaring waarin de bank garant staat voor de borgsom die de koper aan de verkoper moet betalen, indien de koper ingebreke blijft. Deze verklaring dient als alternatief voor het daadwerkelijk storten van de borgsom.

Bandbreedterente
Variatie op een variabele rente. Het is een vaste rente met over het algemeen een boven- en een ondermarge (bandbreedte) van een contractueel vastgelegd rentepercentage. Wanneer de marktrente de marge overschrijdt wordt ‘vaste’ rente verhoogd of verlaagd. De verhoging of verlaging is ter grootte van het verschil tussen de boven-ondermarge en de marktrente.

Bereidstellingsprovisie
Als u de geldigheidstermijn van een offerte wilt verlengen, betaald u hiervoor, in geval van een rentestijging, soms een bepaald bedrag.

Beleggingshypotheek
Hypotheek waarbij de aflossing op einddatum geschiedt door middel van een periodiek gestort bedrag dat is vastgesteld op basis van een minimaal te verwachten rendement.

Belastbaar inkomen
Het inkomen dat bepalend is voor de belastingheffing. Het belastbaar inkomen wordt vastgesteld via het boxenstelsel en bestaat o.a. uit inkomen uit arbeid en eigen woning, bijtellingen (zoals auto van de zaak en eigenwoningforfait) en aftrekposten (zoals betaalde hypotheekrente en betaalde alimentatie).

Bijleenregeling
De bijleenregeling heet eigenlijk de Beperking Aftrek Hypotheekrente. Dit is een beperking van het fiscale voordeel van de aftrekbaarheid van rente op uw woning als er sprake is van overwaarde van de woning. De overwaarde kunt u zien als de winst op uw woning. De Bijleenregeling zorgt ervoor dat u deze overwaarde bij verhuizing volledig moet gebruiken als financiering voor uw nieuwe huis (althans, u mag wel meer lenen, maar – kort gesteld -, voor de aftrekbaarheid van de rente op uw woning dient de overwaarde in aftrek te worden gebracht op de nieuwe opgenomen schuld). Het aftrekbare deel van de nieuw

BKR
Bijna alle leningen die u aangaat worden geregistreerd bij het Bureau Kredietregistratie in Tiel (BKR). Deze registratie is van invloed op de hoogte van het hypotheekbedrag dat u kunt lenen. Daarnaast registreert het BKR of u de afbetalingen op deze leningen tijdig voldoet. Zoniet dan kunt u een A-codering krijgen (achterstandscodering). Met zo’n codering is het moeilijk om een hypotheek te krijgen, maar niet onmogelijk.

Bouwtermijnen
De gedeeltes van de totale koop--aanneemsom die, vooraf vastgesteld, periodiek in rekening worden gebracht bij de koper.

Bouwrente
De bouwrente is de hypotheekrente die u betaalt ten behoeve van een huis, dat nog gebouwd moet worden.

Bouwfinanciering
Een gereserveerd bedrag specifiek voor een nieuwbouwwoning. Het hele hypotheekbedrag wordt op een rekening gezet, waarvan u de bouwtermijnen betaalt. Over het gereserveerde bedrag ontvangt u rente van de bank.

Bouwdepot
Wanneer u een woning laat bouwen, moeten er op verschillende momenten rekeningen worden betaald. Hiervoor wordt op het moment van het kopen van de grond de gehele hypotheek afgesloten. Het geld wordt gestald op een aparte rekening. Hiervan worden de rekeningen betaald. Over het bedrag in depot ontvangt u rente.

Boxenstelsel
Bij de nieuwe belastingwetgeving 2001 wordt uw inkomen verdeeld over drie boxen. Het zogenaamde boxenstelsel. Elke belastingbox kent zijn eigen tarief.

Box III
Alles wat niet in de eerste twee boxen valt komt in Box III. In de praktijk gaat het om bezittingen zoals spaartegoeden, beleggingen en onroerend goed (dat niet dient als hoofdwoning) en schulden zoals consumptieve leningen en een hypotheek op een tweede woning. De fiscus gaat uit van een fictief rendement van 4% over het saldo van uw bezittingen en schulden. Dit rendement wordt belast met 30%. Dit komt neer op 1,2% belasting over uw vermogen (vermogenrendementsheffing).

Box II
Wanneer u in het bezit bent van meer dan 5% aandelen van een vennootschap (men noemt dit aanmerkelijk belang) wordt u belast in deze box. Daarvoor geldt een vast tarief van 25%.

Box I
Met deze box krijgt iedereen te maken. In deze box valt inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen woning en winst uit onderneming. Hier vindt ook de verrekening plaats van de hypotheekrenteaftrek.

Boetevrije aflossing
Vrijgesteld bedrag, meestal uitgedrukt in een percentage van het (oorspronkelijk) geleende hypotheekbedrag, dat jaarlijks boetevrij mag worden afgelost op de hypotheek. De meeste geldverstrekkers hanteren een percentage tussen de 10 en 20% .

Boeterente
De boeterente is een bedrag dat de geldverstrekker in rekening brengt bij het vroegtijdig aflossen van de hypotheek wanneer de rentevaste periode nog niet is verstreken en niet wordt voldaan aan een geldige reden van aflossing.

Bufferrente
Zie bandbreedterente.

Click-vast rente
Variabele rente waarbij men contractueel een plafond afspreekt tot waar de variabele rente kan stijgen. Wanneer de variabele rente het plafond ‘raakt’ klikt de rente vast tegen dat rentepercentage tot het einde van de vooraf gestelde duur van de ‘click-vast’-periode.

Conversiekosten
De kosten die u moet betalen als u van de ene rentevaste periode overgaat naar de andere, ook wel verlengingskosten.

Dagrente
De rente die geldt op een bepaalde dag voor een nieuw af te sluiten hypotheek met een bepaalde rentevaste periode. Dit geldt ook voor een verlenging van de rentevaste periode.

Depotrente
De rente die u ontvangt over het saldo van uw bouwdepot.

Disagio
Een gedeelte van de hypotheekrente bij aanvang van de hypotheek ineens te voldoen.

Economische looptijd
De periode waain de hypothecaire lening volgens het bij de verstrekking overeengekomen aflossingsschema geheel zou moeten worden afgelost. Vaak is dit 30 jaar.

Effectieve rente
Het rentepercentage dat men over zijn hypotheekschuld betaalt, waarbij rekening wordt gehouden met bijkomende kosten van een hypotheek, afsluitprovisie en het tijdstip waarop de hypotheekrente is verschuldigd (vooraf, achteraf, per maand of per kwartaal).

Effecthypotheek
Hypotheek waarbij de aflossing op einddatum geschiedt door middel van een éénmalig gestort bedrag bij aanvang dat is vastgesteld op basis van een minimaal te verwachten rendement. Dit bedrag kan mee zijn geleend in de hypotheek.

Eigenwoningforfait
De denkbeeldige inkomsten uit de eigen woning uitgedrukt in het zogenoemde eigenwoningforfait. Bij de aangifte inkomstenbelasting dient dit forfait bij het inkomen te worden opgeteld. De hoogte van deze fiscale huurwaarde is een bepaalde percentage van de WOZ-waarde (Wet Onroerende Zaakbelasting) van de woning. De WOZ-waarde is de waarde van de woning in lege staat en wordt door de gemeente bepaald.