Cash- Beleggen
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Aardrijkskunde > Beleggen
Datum & Land: 27/01/2014, BE offline
Woorden: 355
Institutionele beleggers
Instellingen die (meestal) grote kapitalen moeten beleggen uit hoofde van hun functie, bv. pensioenfondsen, sociale fondsen en levensverzekeraars.
Insider
Een aan de onderneming verbonden persoon, die op de hoogte is van nakende gebeurtenissen binnen dat bedrijf. De informatie waarover hij beschikt zou, indien algemeen verspreid, waarschijnlijk de koers van het aandeel beVnvloeden. In de meeste landen, ook in BelgiN, is misbruik van voorkennis door insiders strafbaar gesteld.
Inflatie
Het stijgen van het algemeen prijspeil, een maatstaf hiervoor is de de evolutie van de index van de consumptieprijzen
Indicatieve koers
Een aandeel of obligatie krijgt de vermelding IK wanneer het voor het eerst op de koerslijst is opgenomen of wanneer sedert lang geen verrichtingen meer in het betrokken effect werden uitgevoerd.
Indexoptie
Een optie op een aandelenindex. Kan bijvoorbeeld worden gebruikt om te anticiperen op een verwachte beweging van de markt als geheel of om gespreid samengestelde aandelenportefeuilles te beschermen tegen de gevolgen van koersdaling.
Index
(meervoud: indices) cijfer dat een gewogen gemiddelde uitdrukt en waaraan men kan zien hoe een grootheid (bijvoorbeeld de beurskoersen in Brussel) zich ontwikkeld heeft.
Inverse rentestructuur
Situatie op de rente en kapitaalmarkt waarbij de rentetarieven op korte termijn boven die op lange termijn liggen.
Introductie
Vooraf aangekondigde uitgifte van aandelen of obligaties waarbij meteen beursnotering wordt aangevraagd.
Intrinsieke waarde
Theoretische waarde van een aandeel, die berekend wordt door de waarde van de activa (bezittingen) te verminderen met de passiva (schulden) en het saldo te delen door het aantal uitstaande aandelen. De beurskoers kan hier fors van afwijken.
Janku-bondo
Japans voor junk bond.
Jaarverslag
Schriftelijk verslag van een onderneming over de gang van zaken in het afgelopen boekjaar. Meestal wordt daarin ook iets gezegd over de vooruitzichten.
Jaarvergadering
Wettelijk verplichte jaarlijkse vergadering van aandeelhouders waarin o.a. het jaarverslag wordt behandeld.
Junk bond
Obligatie van een vennootschap met een lage of geen kredietrating, zo`n obligatie is meestal uitgegeven met een merkelijke hogere retne dan een gelijkaardige obligatie van een vennootschap met een hogere kredietwaardigheid, om het hogere risico te compenseren Werd in de jaren tachtig uitgevonden door investment banker Michael Milken van het huis Drexel Burnham Lambert, als financieringswijze voor overnames. Als officiële definitie geldt ook wel: een obligatie met een credit rating van BB of lager
Kasrondje
Aantal transacties waarbij geld wordt rondgepompt, hoewel het doel daarvan niet direct zichtbaar is. Meestal heeft het fiscale redenen
Kapitaalsverhoging
Een vennootschap bezit een bepaald kapitaal. Wordt dit kapitaal verhoogd door de uitgifte van nieuwe aandelen, dan spreekt men van kapitaalsverhoging. De uitgifte van de nieuwe aandelen is soms gratis (bonusuitkering), soms tegen betaling (kapitaalsverhoging in geld). Een kapitaalsverhoging kan ook het gevolg zijn van een fusie (overname van een ander bedrijf).
Kapitaalmarkt
Markt waar effecten met een looptijd van langer dan een jaar worden verhandeld.
Kabel
Pond-dollar transactie. Genoemd naar de kabel op de bodem van de Atlantische oceaan tussen Engeland en de Verenigde Staten, waardoor vroeger opdrachten werden verzonden. (Eng.: cable.)
Keiretsu (Jap.)
Zeer groot bedrijvenconglomeraat, doorgaans gecentreerd rondom een bank, een industrieel bedrijf en een handelshuis. Voorbeelden: Mitsubishi, Sumitomo.
Keuzedividend
De belegger heeft de keuze tussen een contant dividend en een dividend in aandelen.
Koprol
Constructie waarbij een holdingmaatschappij verandert in een dochtermaatschappij van een vroegere dochtermaatschappij door omwisseling van aandelen.
Koersvoorspelling
Maak het gemiddelde van 5 hoogste koerswinstverhoudingen, vermenigvuldig dit cijfer met de verwachte winst over de 5 komende jaren en men heeft de maximale koers, idem voor de bodemkoers. Verdeel het interval tussen bodem en maximum in 3 delen indien de koers in het laagste interval ligt dan heeft men nog redelijk veel winstpotentiaal. Men heeft dus respectievelijk een koop, verkoop en houdzone.
Koerspotentiaal
Hoogste-huidige, doel zo hoog mogelijk.
Koersorkestratie
Het sturen van de beurskoers in een gewenste richting door het verrichten van aan- en-of verkopen op de beurs. Geïntroduceerd door Joep van den Nieuwenhuyzen die in 1991 de koers van HCS trachtte te orkestreren. In 1994 werd hij naar aanleiding van deze affaire door het Amsterdams Gerechtshof veroordeeld voor misbruik van voorwetenschap.
Koers/winstverhouding
Aantal malen dat de nettowinst per aandeel in de beurskoers is begrepen.
Koers/cashflow
Deze ratio geefteen duidelijker beeld van de financiële toetstand van het bedrijf dan de K-W verhouding, immers een zeer rendabel bedrijf kan verlies lijden door hogere en versnelde afschrijvingen en wellicht voor de toekomst interessante investeringen.
Koers
Prijs van een aandeel of obligatie.
Krach
Plotselinge zeer grote koersdaling op een aandelenmarkt. Op 19 oktober 1987 ging de Dow Jones index op één dag maar liefst 508 punten omlaag van ruim 2200 naar 1700.
Kussentheorie
De redenering dat een aandelenkoers moet stijgen als er veel shortposities in openstaan, omdat die posities op zeker moment gedekt moeten worden door aankopen van die aandelen.
Kuroji
Zwarte tekens. (Jap.) Overschot, winst. Zie akaji.
Kwaliteitsaandeel
Aandelen van ondernemingen met een goede reputatie, een stevige balans (niet teveel schulden), een jarenlang stijgende winst en een goed management (bv. Gillette, Colruyt). Ze vertonen een degelijke, evenwichtige groei.
Lap
Een amortisatiebewijs, een oprichtersbewijs, een winstbewijs of een restantbewijs.
Laatkoers
Prijs waarvoor een aandeel wordt aangeboden maar niet is verkocht omdat er te weinig vraag is.
Laagrentend
Term die wordt gebruikt bij obligaties die een rentecoupon hebben die duidelijk onder het actuele gemiddelde ligt.
Leveraged buy out (LBO)
Overname die voor het overgrote deel met geleend geld is gefinancierd.
Leverage
Hefboom. De verhouding tussen vreemd vermogen en eigen vermogen. Hoe lager het eigen vermogen, hoe hoger de leverage. Een leverage van 10 houdt in dat tegenover elke gulden eigen vermogen er tien geleende staan. Valutahandelaren en grote hedge funds verrichten hun transacties meestal met hoge leverage
League tables
De jaarlijkse overzichten waarin banken en effectenhuizen worden gerangschikt op basis van verschillende criteria. (Bijv.: het aantal leidende posities bij beursintroducties, de waarde van alle obligatieplaatsingen, het aantal fusie- en overnamedeals.) Een hoge positie op de lijst is een belangrijk marketing tool voor banken.
Leading indicators
De leading indicators zijn het beste te vertalen als leidende indicatoren. Het idee van de leidende indicatoren is om iedere deelindicator een gewicht te geven en vervolgens tot een totale som te komen. De leidende indicatoren geven een beeld van de toestand van de gehele economie, d.w.z. van de te verwachten groei van het BNP. De deelindicatoren die gebruikt worden bij het vaststellen van de totale indicator zijn: duur van de gemiddelde werkweek, werkloosheiduitkeringen, werkloosheid in aantal, nieuwe orders bij bedrijven, orders van niet aan het leger verbonden kapitaalgoederen, nieuwe bouwvergunningen, aandelenprijzen gemeten door de S&P 500, de geldhoeveelheid, het verschil tussen korte en lange rente en tenslotte een index van consumentenvertrouwen. Door de gestandaardiseerde procentuele veranderingen bij elkaar op te tellen verkrijgt men een schatting van de leading indicator
Liquide middelen
Beschikbare middelen van een onderneming ( alle deposito`s en vorderingen op maximum één maand bij financiële instellingen)
Liquidatiewaarde
De waardeberekening van de onderneming rekening houdend met de verkoopkosten en de minwaarden bij eventuele vereffening van de onderneming
Limiet
Hoogste koers waartegen men wil kopen of laagste koers waarvoor men wil verkopen.
Lifting a leg
Het verkopen van een deel (een poot) van een gecombineerde optieconstructie, bijv. wanneer van een straddle alleen de call of alleen de put wordt verkocht.
Married put
Put-optie, die tegelijkertijd wordt gekocht met de onderliggende waarde. Bijv.: een belegger koopt 1000 aandelen Koninklijke Olie en daarbij, ter afdekking van het prijsrisico, een aantal puts.
Marktneutraal
Belegging die niet gevoelig is voor stijging of daling van de markt als geheel. Hiervoor wordt veel gebruikt gemaakt van gelijktijdige short- en longposities in verschillende aandelen in dezelfde markt.
Marketperformer
Is een aandeel waarvan verwacht wordt dat de koers het de komende 12 maanden ongeveer even goed zal doen dan de aandelen-index van de beurs waarop het betreffende aandeel verhandeld wordt.
Market maker
(1) professionele tussenpersoon die via het continu noteren van bied en laatprijzen een markt houdt in een bepaald type van effect of contract
(2)lid van Belfox dat uitsluitend voor eigen rekening order mag uitvoeren via het verhandelingssysteem van Belfox en bovendien de verplichting heeft een markt te maken in die optieklassen en-of futurecontracten waarin hij als market maker is aanvaard
Marked to the market
Gewaardeerd tegen de huidige beurskoersen. Sommige beleggingsfondsen berekenen dagelijks de intrinsieke waarde, of net asset value door de portefeuille te waarderen tegen de slotkoersen van de dag.
Margin call
Verzoek van een effectenmakelaar aan een klant om meer zekerheden te storten om uitstaande posities af te dekken. Bekend verschijnsel bij shortposities en in de futureshandel.
Margin
Een belegger die effecten op krediet koopt, zal een percentage van de prijs op voorhand moeten betalen: de margin. Ook bij ongedekt schrijven van opties moet een margin betaald worden. Dit bedrag wordt gedeponeerd bij een `clearing member` en is een garantie voor de tegenpartij indien die beslist zijn recht uit te oefenen.
Mantel
Een effect bestaat uit een mantel en een blad. De mantel is het eigendoms- of schuldbewijs. Hij vermeldt of het om een obligatie of een aandeel gaat en van welke onderneming of instelling ze is. Bij een aandeel wordt soms ook de nominale waarde uitgedrukt.
Maatschappelijke rekening
Niet geconsolideerde jaarrekening van een vennootschap
Meerwaarde
Winst gerealiseerd bij de verkoop van een effect of activa
Mismatch
Ongelijkheid in rente en looptijd tussen financiering en uitzetting van middelen. Vaak een bron van inkomsten voor banken, behalve wanneer de rentestructuur (zie yield curve) onverwacht omslaat.
Midkap index
Graadmeter voor het `middensegment` van de Nederlandse aandelenmarkt. `Kap` staat voor marktkapitalisatie ofwel beurswaarde. Opgenomen zijn de vijfentwintig fondsen die in omzet volgen op de fondsen uit de Amsterdam Exchanges-index (AEX-index). Het gewicht van de geselecteerde fondsen wordt bepaald door de marktkapitalisatie.
Monetarist
Aanhanger van de economische theorie dat de fluctuaties in de geldhoeveelheid een grote invloed hebben op de economische groei, de rente en de inflatie.
Moedermaatschappij
Vennootschap die een andere vennootschap controleert, maatschappij die aan het hoofd van een groep staat.
Naakt
Niet in het bezit van een onderliggende waarde. Een belegger schrijft een naakte call, indien hij de stukken zelf niet in zijn bezit heeft. Eng: naked options (warrants).
NBB
Nationale Bank van België
Nettowinst
Winst na aftrek van belastingen en afschrijvingen. Hierop is het dividend meestal gebaseerd.
Netto-actief
(=eigen vermogen), alle bezittingen van het bedrijf tegen de waarde zoals ze geboekt staan, plus de schuldvorderingen min de schulden
Nifty fifty
(Wall Street) De vijftig favoriete aandelen onder institutionele beleggers.
Nichigin
Bank of Japan. Afkorting van Nichi Ginko. Ook wel BOJ.
Notering
Koers (dus de dagprijs) van een effect zoals die op een koersenpagina staat vermeld.
Nostro
Voor eigen rekening. Wanneer een commissionair een order plaatst die niet op rekening van klanten, maar op die van het eigen bedrijf is, is hij voor nostro
Nominale waarde
Waarde die afgedrukt staat op een aandeel of een obligatie.
NTS
New Trading System: Computersysteem waarlangs de financiële bemiddelaars die tevens lid zijn van de effectenbeurs van Brussel effecten verhandelen op de markt.
Nulschema
Een tot nul teruggebracht belastbaar inkomen. Als gevolg hiervan hoeft een vermogende particulier, volgens de anticumulatieregeling, geen vermogensbelasting te betalen.
Obligatie
Schuldbekentenis voor een lening, recht gevend op een (meestal) vaste jaarrente met bepaalde looptijd en terugbetalingsvoorwaarden.
Ongedekt schrijven
De schrijver van een call-optie werkt ongedekt als hij de onderliggende waarde niet bezit. Put-opties zijn ongedekt, als de schrijver niet beschikt over de liquiditeiten om de titels eventueel op te nemen. Bij ongedekt schrijven is de schrijver verplicht een margin te deponeren bij een clearing member, als garantie voor de koper.
Onderliggende waarde
De onderliggende waarde van een optiecontract is datgene waarop de transactie betrekking heeft (bv. aandelen, obligaties, goud, zilver, valuta).
Optie
Verhandelbaar recht om iets te kopen (call-optie) of te verkopen (put-optie) tegen een van tevoren vastgestelde prijs gedurende een van tevoren vastgestelde periode.
Open-end fund
Beleggingsfonds dat zelf dagelijks aandelen kan inkopen en verkopen, al naar gelang de vraag en het aanbod.
Outperformer
Is een aandeel waarvan verwacht wordt dat de koers het de komende 12 maanden beter zal doen dan de aandelen-index van de beurs waarop het betreffende aandeel verhandeld wordt.
Out of the money
Een optie is out-the-money wanneer de koers van de onderliggende waarde zich boven de uitoefenprijs (put) of onder de uitoefenprijs (call) ophoudt
Passiva
De schulden van een onderneming.
Parikoers
Koers van 100% van de nominale waarde.
Pay-out
Percentage van de totale nettowinst dat aan de aandeelhouders wordt uitgekeerd.
Perpetual loan
Eeuwige lening. Obligatielening die nooit hoeft te worden afgelost. De uitgever ervan betaalt alleen rente.
PEG
PEG is de afkorting voor price earning growth. Het koppelt de traditionele`koers-winst`-indicator aan de groei van een onderneming. De koerswinstverhouding is de relatie tussen de koers van een aandeel en de winst per aandeel van het onderliggende bedrijf. Het drukt uit hoeveel keer de winst per aandeel betaald wordt voor de aankoop van één deelbewijs.De PEG-indicator gaat er echter van uit dat een onderneming die jaarlijks sterk groeit een hogere koerswinstverhouding mag hebben dan een bedrijf dat tegen een trager tempo uitbreidt. Zo is voor de PEG-indicator een koerswinstverhouding van 30 niet overdreven duur indien de onderliggende onderneming een jaarlijks groeiritme aanhoudt van 35 of 40% (hetgeen betekent dat de winst jaarlijks met 35 of 40% stijgt).
PE
PE is de afkorting voor price-earning (koers-winst). Het is een eenvoudige waardemeter bij de beoordeling van een aandeel. Hoe lager de verhouding PE, hoe goedkoper het aandeel.
Phantom trading
Het innen van commissie op nooit gedane transacties, meestal mogelijk gemaakt door een loophole in de boekhoudregels van de betreffende bank of broker. Werd actueel in april 1994 toen werd ontdekt dat top-trader Joseph Jett van het Amerikaanse effectenhuis Kidder, Peabody $350 miljoen winst had geboekt door phantom trading, daarmee zijn eigen bonus fors verhogend.
Pit
De handelsvloer van een optie- of termijnbeurs. Bijvoorbeeld de pit van de CBOT (Chicago), of de LIFFE (Londen).
Pip
1. Eenhonderdste procent van de nominale waarde van een effect. Bijvoorbeeld 10 cent bij een nominale waarde van 1.000.
2 (Valuta) Eenhonderdste cent.
Pink sheet
Dagelijks gepubliceerde lijst van minder bekende over-the-counter aandelen.
Plain vanilla
Eenvoudig, zonder toeters en bellen. Ook: plain vanilla swap, plain vanilla lending, plain vanilla option strategies.
Plaatsingskracht
De capaciteit van een investment bank om grote effectenplaatsingen in de markt te zetten. Engels: placing power.
Poison pill
Beschermingsconstructie die erin voorziet dat een vijandige overnemer een forse strop lijdt, indien hij de overname doorzet, zoals een bijzonder hoge, contractueel vastgelegde afkoopsom voor de zittende directie.
Prospectus
Brochure waarin voornamelijk financiële informatie wordt gegeven over een onderneming die aandelen of obligaties wil uitgeven.
Profit Taking Index (PTI)
Deze Index vertelt ons hoe groot de kans is dat een oude top overschreden gaat worden en hoe lang dit ongeveer op zich zal laten wachten. Wanneer de waarde van de PTI boven de 35 ligt, is het waarschijnlijk dat de koers zijn oude top zal overschrijden. Hoe verder deze waarde boven de 35 ligt, hoe eerder deze top zal worden gevormd. Wanneer de waarde echter beneden de 35 blijft, is het waarschijnlijker dat de koers niet boven zijn oude top uit zal komen. Wanneer de waarde ver beneden de 35 blijft, wordt het zelfs waarschijnlijker dat de koers verder weg zal zakken.
Producer Price Index (PPI)
De producenten prijzen index is een vast gewogen prijsindex dat de gemiddelde verandering van binnenlandse prijzen, gecorrigeerd voor kortingen. De PPI wordt berekend aan de hand van de inkopen van de groothandels. Geïmporteerde goederenprijzen worden niet direct opgenomen, maar dat is al automatisch verwerkt in de prijzen van goederen als er in het produktie proces gebruik wordt gemaakt van buitenlandese goederen. De PPI is direct gerelateerd aan de inflatie. Een stijging van de PPI duidt op inflatie De PPI heeft een hoge marktimportantie en wordt maandeijks uitgebracht door het BLS.
Private placement
Het direct plaatsen van effecten bij een belegger - vaak een instituut - zonder de transactie via de beurs te laten lopen
Privak
Beleggingsvennootschap die belegt in groeibedrijven en niet-genoteerde effecten.
Primary dealer
Financiële instellingen die actief deelnemen aan de aanbestedingen op de markt in OLO`s of schatkistcertificaten en die inspanningen levert om deze soorten overheidspapier in binnenland en buitenland te plaatsen
Primaire markt
Is voor obligaties de handel die plaats vindt in de periode tussen de aankondiging van de nieuwe emissie en de datum waarop die moet betaald worden. Na die datum spreekt men van secundaire markt.
Premie
De premie is de prijs die moet betaald worden voor de aankoop van een optie (niet te verwarren met de waarde van een optie).
Preferent aandeel
Aandeel waarop bij voorrang dividend wordt gegeven.
Put
Een put is het recht om een bepaalde waarde (bvb een aandeel) te verkopen tegen een bepaalde prijs die vooraf is afgesproken, en dat gedurende een bepaalde, vooraf bepaalde periode. Het is dus een optiecontract waarmee, mits gekocht en niet geschreven, op een daling van de koers van de onderliggende waarde wordt gemikt.
Quant
Koosnaam voor handelaar of analist met een hoog nerd-gehalte. Genoemd naar de kwantitatieve economische technieken waar zij zich van bedienen. Veelal te vinden op goedbetaalde posten bij grote investment banks of hedge funds.
Rating
Is een waardebepaling van de solvabiliteit van de emittent van obligaties. Zowel bedrijven als staten krijgen een rating over hun kredietwaardigheid, voornaamste ratings: Standard&Poor`s, Moody`s en BBL
Retail Sales
De indicator `de detailhandel verkopen` wordt maandelijks berekend door the Bureau of the Census. Deze indicator heeft een hoge marktimportantie. Dit cijfer geeft een eerste indicatie wat de consument in een bepaalde maand heeft geconsumeerd. Bij het berekenen van het GDP wordt onder andere gebruik gemaakt van de retail sales.
Reporteren
Verrichting waarbij een belegger op de Termijnmarkt een haussepositie doorschuift naar de volgende quinzaine, speculerend op een verdere koersstijging, zo wat een uitstel van betaling tot aan de vereffening van de volgende quinzaine.