Mode Lexicon
Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen.
De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd.
We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Mens en samenleving > Mode
Datum & Land: 15/02/2007, BE
Woorden: 317
Nylon
Kunstvezel van polyamide.
Omslag
Ook zoom genoemd. Het omgeslagen deel aan de onderkant van een broek.
Overhemdjurk
Ook chemisejurk genoemd. Een sportieve doch elegante doorgeknoopte jurk die met opstaande kraag en riem wordt gedragen.
Overgooier
Rond de schouders smalle jurk zonder taille die recht valt. Een voorbeeld hiervan is de reformjurk.
Oxford-broek
Een wijde broek die zijn naam dankt aan de Engelse universiteit waar de studenten, die deze broek introduceerden in de jaren `20, les volgden.
Patchwork
Decoratieve samenstelling van verschillende lapjes stof (elk met hun eigen kleur en motief).
Paspel
Smalle omboording langs de rand en sierstreep tussen deelnaden.
Pashmina
Iets wat het midden houdt tussen een omslagdoek en een sjaal.
Parka
Knielange jas met grote zakken en vaak in olijfgroene kleur.
Paletot
Kort overjasje met revers en klepzakken op taillehoogte steeds aangepast aan de laatste mode.
Paillet
Glinsterend metalen of kunststofplaatje ter decoratie van kledingstukken.
Perlon
Kunstvezel van polyamide zoals nylon maar minder soepel.
Pennyloafers
Intstapschoenen
Pincollar
Boord van een hemd waarvan de punten via een stangetje (onder de das) met elkaar verbonden zijn.
Pijpbroek
Nauwaansluitende broek met smalle, recht pijpen.
Plissé
Stof met ingeweven plooien waardoor er een structuur ontstaat.
Poloshirt
Shirt van elastische stof met korte knopenrij en een slappe, platte kraag. Het polo-shirt heeft vaak ook korte mouwen maar dit is niet noodzakelijk.
Potloodlijn
Deze lijn, geïntroduceerd door Christian Dior, werd gekenmerkt door smalle, rechte rokken die smal toeliepen.
Prêt-à-porter
Letterlijk `Klaar om te dragen`. Houdt het midden tussen de Haute Couture, die zeer speciaal en exclusief is, en de confectie, die zeer conventioneel en seriewerk is. Prêt-à-porter kan men dan ook `onconventionele confectiekleding naar een model van een couturier` noemen.
Provo-look
Deze look die vooral eind jaren `60, begin jaren `70 populair was, werdgekenmerkt door een `gestylde` slordigheid inclusief afgedragen jeans, versleten truien en oude herenvesten.
Reformjurk
Een rechte, wijde jurk, die slechts met bandjes op de schouders wordt vastgemaakt. De jurk heeft geen taille en was in zijn periode (rond 1910) niet erg populair.
Reversible
Aanduiding dat een kledingstuk aan beide zijde draagbaar is. Zie ook double face.
Revers
Jas- of mantelomslag die met de spiegelnaad aan de kraag is genaaid.
Rokkostuum
Op uitnodigingen aangeduid met de term White-Tie. DIt herenkostuum heeft van voren uitgesneden lange panden, zijde revers en zwarte pantalon met zijden galon op de zijnaden. Het wordt gedragen met een wit gesteven piqué vest, idem rokhemd met opstaand boord en witte strik. Het rokkostuum is de meest formele avondkleding, het wordt gedragen bij zeer officiële gelegenheden, zoals galafeesten, banket of bruiloften.
Satijn
Een uiterst glad geweven stof, van zijde maar ook van katoen en viscose, die een glans vertoont.
Schuin van draad
Wanneer men een kledingstuk schuin ipv recht uit een stof knipt, gaat het stuk anders vallen en krijg je ook meer rek in de stof zelf.
Schiller-kraag
Een liggende, van voren open kraag die genoemd werd naar de Duitse dichter Schiller.
Shetland
De naam ontstond naar analogie van de wol die uit de Shetlandeilanden kwam maar wordt nu meer als een algemene term gebruikt voor stoffen van los gedraaide garens die hard aanvoelen.
Single breasted
Sluiting van een colbert met een enkele knopenrij.
Slipover
Ook `debardeur` genoemd. Een trui zonder mouwen die over een hemd of blouse wordt gedragen.
Smoking
Ook als Black Tie vermeld op uitnodigingen. Het gaat om een herenkostuum dat recht afgesneden is onderaan en brede revers heeft. Op de broek vinden we biezen langs de zijnaden.
Smockwerk
Borduurwerk waarbij verticale plooitjes door horizontale toeren, borduursteken bijeen worden gehouden.
Snit
De wijze waarop of de vorm waarin een kledingstuk uit stof wordt gesneden.
Strompelrok
Een enkellange jurk met een bontrand. Men droeg hierbij voetboeien om te vermijden dat de rok zou gaan scheuren. Het was Paul Poiret die het model lanceerde in 1910.
Stolpplooi
Een naar binnen vallende plooi, die onder andere op rugpanden van jassen wordt gebruikt.
Suède
Een bewerkte leersoort die het uiterlijk krijgt van velours.
Tenue de ville
Ook stadskleding genoemd. Deze vermelding op uitnodigingen betekent dat men verwacht dat de heren in kostuum en de vrouwen in mantelpakje komen.
Teddy Boys
Modieuze jeugdbeweging in de jaren `50 in England. Kenmerkend waren de donkere, overdreven lange colberts, nauwe broeken, smalle dassen, puntige schoenen en het onvermijdellijke bebopkapsel met vetkuif.
Toque
Klein hoedje voor vrouwen zonder rand of met een kleine rand.
Tricot
Rekbaar katoen.
Trapezelijn
Het silhouet heeft de vorm van een trapeze wat betekent: smalle schouders en geen of wijde taille. Yves Saint-Laurent lanceerde deze lijn in 1958 en gaf haar deze naam.
Trompe-l`oeil
Een ingeweven vorm die voor een optisch bedrog zorgt. Voor het eerst gelanceerd door Elsa Schiaparelli maar later ook toegepast door Yves Saint-Laurent.
Turtle neck
Een klein boordje bij een trui die net aan de hals aanligt.
Twinset
Een combinatie van een truitje en een bijpassend vest gemaakt van dezelfde stof of met eenzelfde patroon.
Tweed
Een dikke wollen stof, met de hand geweven, die vaak voor jassen gebruikt wordt. De stof is vooral bekend van de Chanel-pakjes.
Valse zoom
Wanneer men een broek of jasje langer maakt, gebeurt het dat men een omslag maakt aan de binnenkant in een andere stof. Dit noemt men dan een valse zoom.
Vadermoordenaar
De benaming van een opstaande boord bij een overhemd. Dit soort hemd wordt vooral gedragen bij smokings en rokkostuums.
Vissersbroek
Ook wel kniebroek of capribroek genoemd omdat de broek stopt onder de knie. Het was een zeer populaire broek in de jaren `50 en was terug `in` in de jaren `80 en `90.
Vinyl
Een kunststofweefsel waarvan sterke kunststoffen werden gemaakt. Een populaire stof in de jaren `60. Nu nog gebruikt voor regenkleding.
Vicuna
Een soort wol. Niet afkomstig van schaap maar van een bepaald soort lama.
Wespentaille
Een zeer smalle taille die ontstond in de 19de eeuw door het dragen van een korset. Hubert Givenchy gebruikte deze taille een aantal keer in zijn ontwerpen.
White Tie
Een vermelding op uitnodigingen die betekent dat de mannen in rokkostuum worden verwacht. Het is de meest formele avondkleding die enkel wordt gedragen op zeer officiële gelegenheden zoals galafeesten, banketten en bruiloften. De tegenhanger is de smoking die men Black Tie noemt.
Wijd uitlopende pijpen
Een toonaangevende broek in de jaren `70 en die nog eventjes terugkwam in de jaren `90. De broek begint strak van boven tot op kniehoogte vanwaar ze kegelvormig naar beneden uitloopt.
Wol
Een dierlijk vezel, afkomstig van het schaap. Wol heeft als eigenschap dat het een enorm warmte-isolerend vermogen heeft.
Zijde
Product van de zijderups gebruikt bij het weven. Verschillende bewerkingen van de grondstof zorgen voor verschillende soorten van kwaliteit.
Zoom
Ook omslag genoemd. Omgeslagen deel aan de onderkant van een broek of pantalon.
Zuiver scheerwol
Een soort wol dat te herkennen is aan het beeldmerk (Woolmark).
Acryl
Een synthetische stof die als alternatief wordt gebruikt voor wol of in combinatie ermee.
Acetaat
Een synthetische stof die werd gebruikt ter vervanging van satijn en zijde.
Accessoire
Voorwerpen die het totaalbeeld compleet maken. Accessoires zijn oa handtassen, schoenen, sjaals en sierraden.
Aigrette
Versiering van veren met spelden of diadeem vastgemaakt op het haar of een hoed. Het was Poiret die deze versiering lanceerde in de jaren `20.
Alta moda pronta
Italiaanse prêt-à-porter
Alpino
Nauw om het hoofd sluitende muts.
Alpaca
Zeer fijne, zachte, glanzende vezel afkomstig van een lamasoort.
Alcantara
Een imitatie van suède
Anorak
Kort jack dat tot op de heupen komt.
Anklet
Heeft zijn naam te danken aan het Engelse woordje `ankle` wat enkel betekent. Het gaat hier dan ook om een enkelsok.
Angora
Vezels afkomstig van het angorakonijn of de angorageit.
Avant-garde
Strekking die steeds vernieuwend, vooruitstrevend en experimenteel tracht te zijn.
Ballonrok
Een wijde damesrok waarbij men de stof onderaan bij elkaar bindt. Onder andere Hubert de Givenchy gebruikte het model in zijn collecties.
Balein
Element gebruikt in de boord van een hemd om deze te verstevigen. Baleine (met e) is Frans voor walvis en men gaf het deze naam omdat men voor dit element vaak een onderdeel van een walvis gebruikte.
Balaklava
Bivakmuts.
Baggy
Oversized kleding, bekend van de skater-cultuur.
Battledress
Een kort jasje voor dames en heren. Dankt zijn naam aan het militaire uitzicht, het is immers spannend in de taille en heeft een bloezende rug.
Babydoll
Tweedelige nachtkleding bestaande uit een slip en een hemdje. De babydoll dankt zijn naam aan de gelijknamige film uit 1956.
Babushka
Een Russische boerensjaal die in de nek of onder de kin wordt vastgeknoopt.
Black Tie
Wanneer dit op je uitnodiging vermeld staat, verwacht men dat je in smoking komt. De tegenhanger van de Black Tie is de White Tie, waarbij men een rokkostuum verwacht.
Boothals
Een halsopening van schouder tot schouder. Dankt zijn naam aan het feit dat het eruit ziet als de onderzijde van een boot.
Bonnet
Een dameshoedje met een brede rand dat onder de kin wordt vastgeknoopt.
Bolero
Oorspronkelijk behoorde de bolero tot de Spaanse klederdracht. Het is ofwel een kort jasje met lange mouwen dat op de taille eindigt of een rond, klein hoedje met omgeslagen rand.
Bow Tie
Vlinderstrik.
Burberry ruit
Deze beroemde ruit werd het eerst gelanceerd door het merk Burberry. De ruit bestaat uit de kleuren beige, rood, zwart en wit.
Cashmere
Fijne, zachte stof vervaardigd van het wol van de cashmere-geit.
Capribroek
Ook wel kniebroek of vissersbroek genoemd omdat de broek stopt onder de knie. Het was een zeer populaire broek in de jaren `50 en was terug `in` in de jaren `80 en `90.
Cape
Schoudermantel.
Camel
Duid op de lichtbruine kleur of op de vezels van de haren van een kameel.
Choker
Een halssjaaltje dat ook foulard genoemd wordt.
Chino
Katoenen broek.
Chemisejurk
Ook overhemdjurk genoemd. Een sportieve doch elegante doorgeknoopte jurk die met opstaande kraag en riem wordt gedragen.
Chambray
Onregelmatig gekleurde denim-achtige stof.
Corduroy
Ribstof met ribbels in de lengterichting.
Confectie
Kleding gemaakt op grote oplage.
Collectie
Een selectie modellen van een ontwerper.
Crêpe de Chine
Ragfijne, doorzichtige stof van natuurzijde
Crêpe Georgette
Een stof die vanaf 1912 werd gebruikt voor feestjurken en de naam dankt aan de ontwerpster die deze zware korrelige stof gebruikte.
Cut
Kort voor Cut-away. Een zwart herencolbert dat bij zeer officiële aangelegenheden wordt gedragen en waarvan de slippen naar achteren lopen. Hier hoort een rokhemd en een grijze gestreepte broek zonder omslag bij.
Defilé
Modeshow, presentatie van de laatste mode of een collectie.
Dirty wash
Het effect dat men bij jeans gebruikt om het er vuil (dirty) te laten uitzien.
Dinner Jacket
Jasje van een smoking.
Double face
Stoffen die je aan beide zijde kan gebruiken. Zie ook reversible.